- 17 -
23. KRAANTJE LEK
De nu nationaal bekende uitspanning aan de voet van de Overveense
Blinkert, spreekt in de historie van onze gemeente een behoorlijk
woordje mee.
Het is vele eeuwen lang herberg geweest, meest in handen van welgestelde
heren, die de herberg bij hun landgoed in bezit hadden; eerst bij de
gewezen hofstede 'Rolland' en later bij de hofstede 'Elswout'.
Vele luiden uit Zandvoort deden 'Kraantje Lek' aan als zij met hun vis
naar de Haarlemse markt gingen. Het was voor de meesten een tussenstop
om iets te gebruiken en weer wat op verhaal te komen, na een tijd
moeizaam door het mulle duinzand van het Visserspad gelopen te hebben.
Op vele oude prenten is dat ook te zien: de botlopers met een rieten
mand op hun rug, op weg naar Haarlem of Zandvoort.
'Kraantje Lek', vroeger "Rockaersgeheten, was in 1615 in bezit
bij Frederik Ramp, tevens eigenaar van de hofstede 'Rolland'.
Tot 1712 bleef de herberg bezit van de familie Ramp, dan koopt Jean
du Peyrou, groot Amsterdams koopman, reder ter walvisvangst en
handelaar in wijnen, de hofstede 'Rolland' met bijbehorende herberg
'Rockaers'. Deze overleed in 1718, waarna de herberg korte tijd later
naar zijn oudste zoon overging.
De volgende transaktie is in 1739, dan koopt mrG.P. Boudaen,
burgemeester van Amsterdam, gehuwd met Catharina van Romswinkel
(1704-1750), de herberg 'Rockaers' of 'Craantje Lek'.
Sindsdien maakt deze dan ook deel uit van de hofstede 'Elswout', omdat
de hofstede reeds in het bezit van mevrouw Boudaen was.
Dan, na 1781, is Jacob Boreel eigenaar, en vervolgens Willem Borski I,
II en III, de familie Van der Vliet-Borski en de Erven Van der Vliet-
BorskiThans is de herberg bezit van de heer D.F. Weegenhuise. Reeds
tal van jaren is de heer P. Bloemen exploitant, borg staand voor een
voortreffelijke maaltijd.
Van 'Kraantje Leks interieur is een prachtig schilderij gemaakt door
Frans Hals in 1623, in opdracht van Dirk Ramp, die is afgebeeld met
zijn 'matres' tijdens een zeer gezellige avond in zijn herberg, het
wijnglas geheven. Dit schilderij hangt tegenwoordig in het Metropolitan
Museum of Art in New York.
In 1803 was achter 'Kraantje Lek' een legerkamp gevestigd onder bevel
van graaf Dumonceau, waarvan ook een afbeelding aanwezig is.