Huis ter Kleef.
Dit niet meer als herberg herkenbare pand is gelegen aan de Zuidzijde
van het Kerkplein. Het moet heel oud zijn, maar is qua gevel sterk
gewijzigd, vermoedelijk aan het eind van de 18e eeuw. Het wordt thans
door 2 families bewoond, na splitsing van het pand.
Bij een recente verbouwing kwam de vroegere herbergfunktie duidelijk
aan het licht; er werd een waterput gevonden, een schoorsteen en er
waren smalle trapjes en kleine kamertjes. Er moet een poort geweest
zijn naar de achtergelegen binnenhof met stallen. Volgens niet te
kontroleren verhalen was hier zelfs een halte van de postkoets.
Vaststaat, dat de gemeente Bloemendaal het pand verwierf tijdens de
laatste oorlog; voor die tijd zou er een garenspinnerij in gevestigd
geweest zijn.
Onze naspeuringen brachten in ieder geval tevoorschijn, dat een transport
plaatsvond op 4 november 1751 van de toenmalige herberg.
De volgende transaktie op op 4 december 1783, als de erven van Huibert
van Haaften de herberg verkopen aan Elisabeth van Haaften en Hendrik
van Haaften, kapitein op de West. De lokatie wordt dan aangegeven (er is
immers nog geen kadaster) als: belend ten noorden de weg, ten oosten de
school (het oude Christelijke schooltje, dat op de monumentenlijst staat)
ten westen Laurens van Rijn en ten zuiden Jan van Loon (eigenaar van
"Hartenlust" en gehuwd met Maria Backer, dochter van een Amsterdams
burgemeester)De herberg is dan verhuurd aan Jan Martin Michaelis en
Hendrica de Jong, echtelieden.
Op 7 oktober 1790 verwerft Elisabeth van Haaften een aandeel ad 150,
in de herberg via Willen Hartman, te Haarlem, als gemachtigde van
mejuffrouw Johanne Proab, echtgenote van Pieter Bernard.
Hoe het verder loopt, weten we niet, maar in de lente van 1800 moet de
toenmalige eigenaar, Jacobus Looijen, de herberg wegens schulden verkopen
Dan is aan de westzijde Jan van der Mije buurman.
De herberg wordt gekocht door Lambert Rouwens (gegevens Rijksarchief)
Nogmaals wordt de herberg verkocht, en wel op 2 mei 1857, voor 14.000,-
omschreven als logement met stalhouderij en uitspanning.
De laatste vermelding komen we tegen in 1863, als het pand eigendom is
van Jan Hendrik Stoel Azn.architect.