PADDESTOELENPRAAT
In de gemeente Bloemendaal, die rijk is aan bos, duin, plantsoenen en tuinen,
worden de inwoners veel geconfronteerd met paddestoelen. Vooral na een regen
periode, gevolgd door warmer weer, schieten ze letterlijk 'als paddestoelen uit
de grond'
Wat u daar ziet is alleen maar het vruchtlichaam van een zwam in de grond, in het
hout of tussen de dorre bladermassa: daar bevindt zich de zwamvlok (mycelium)
bestaande uit dunne spinragachtige draden, die voedsel opnemen uit het substract
grond, blad, hout, takjes, enz.). Deze 'organische' stoffen worden door de
zwam omgezet in 'anorganische' stoffen, die bij het afsterven van de paddestoel
weer vrijkomen en in de grond beschikbaar komen voor opname als voedsel door
planten en bomen. Zo helpen de paddestoelen mee aan de opbouw van de natuur en
zorgen ervoor, dat het dode materiaal niet verloren gaat, maar in nieuw voedsel
wordt omgezet. Ook hebben sommige paddestoelen een binding met bepaalde bomen,
waarbij een samenleving bestaat, die beide ten goede komt. De zwamdraden van de
paddestoelen omringen en doordringen dan de worteluiteinden van de boomwortels.
Hoe groeit zo'n paddestoel eigenlijk? Laten we uitgaan van de bekende Vliegenzwam
(amanita mus cavia)fig. 1, foto A, de bekende troon van Kabouter Spillebeen van
de kleuterschool. Daar ziet u een steel met een hoed, kiesrood met witte stippen.
Aan de onderzijde van die hoed ziet u allemaal plaatjes als spaken in een wiel.
Die plaatjes (lamellen) zijn bekleed met het kiemvlies (hymenium)dat de sporen
vormt. Dat zijn microscopisch kleine deeltjes, waarmee de zwam zich voortplant.
Om daar veel van te kunnen vormen moet het oppervlak zo groot mogelijk zijn. Van
daar die vorm met de lamellen.
Bij andere zwammen ziet u het in de vorm van buisjes of gaatjes, bijv. bij
Eekhoorntjesbrood (boletus edulis), fig. 2.
Bij rijpheid vallen deze sporen op de grond, worden tijdens het vallen door de
wind verspreid en bij gunstige omstandigheden groeit dan daar weer zo'n dun
draadje uit, dat tot een zwamvlok uitgroeit, die vaak een cirkelvormige omvang
heeft (fig. 3)Aan de uiteinden van deze zwamvlok verschijnen dan weer later de
nieuwe vruchtlichamen. Doordat zo'n zwamvlok jaren door kan groeien en steeds
groter wordt, ziet u vaak paddestoelen in een kring staan, wat men vroeger al een
heksenkring genoemd heeft (fig. 4)
Uit dit relaas heeft u al begrepen, dat de paddestoelen een belangrijke functie
in de natuur hebben en we er zuinig mee om moeten gaan. Dus niet plukken, maar
ook niet teveel dwars door het bos lopen en rennen, waarbij we de zwamvlok onge
merkt vertrappen. Maar geniet u wel van hun rijkdom aan kleuren en vormen, waar
mee ze de natuur versieren.
Natuurlijk zou u ook wat meer paddestoelen willen kennen. Dat is in de omvang van
dit artikeltje wat moeilijk. Maar vast ziet u wel eens de mooie felrode, roze,
gele russula's, die door hun structuur erg breekbaar zijn en waar erg veel soor
ten van voorkomen, bijv. de Braakrussula (russula emetica)fig. 5, die witte
sporen heeft. Of enkele van de champignonsoorten, zoals de Schubbige boschampig-
non (agaricus silvaticus)fig. 6, of de Weidechampignon (agaricus campester)
fig. 7, beide bij rijpheid met zeer donkere plaatjes, door de purperzwarte
sporen. De mooie, grote Parasolzwam (lepiota procera)fig. 8, zal vast niet aan
uw aandacht ontsnappen; deze heeft weer witte plaatjes en sporen.
Ook rondom en op oude bomen en stronken zijn veel zwammen te vinden. In de duinen
zien we op dode of afstervende berken heel vaak de Berkenzwccm (piptoporus
betulinus), foto B, op oude beuken de prachtige, glanzende Porseleinzwam
oudemansiella mucida)foto C, die vaak hele stammen bedekt, en aan de voet van
4