kelder is het meest gesitueerd in de richting van de bewoonde wereld. Links en rechts van de voormalige ingang zijn weer langwerpig gevormde steentjes aange troffen. De fraaie deur zoals in Middenduin en De Rijp, is hier niet te vinden. De opening is afgesloten met een zware plaat, vooral vanwege gevaar voor instor ten en vernielingen. Het geheel is bedekt met een forse laag zand, waarin kleine boompjes staan zoals jonge beuken en vlier. De diameter is ongeveer 4 meter. De ijskelder van De Rijp aan de Mollaan is na de Tweede Wereldoorlog gespaard gebleven. Dat is een uniek geval, omdat juist op die plek vrijwel alle andere gebouwen zijn afgebroken. Daarvoor in de plaats is een bejaardentehuis gekomen. De kelder, die aan het begin van de Mollaan langs het voetpad staat, is gebouwd van rode steen die vervolgens zorgvuldig is gewit. Het cirkelvormige dak is belegd met stro. Het doet denken aan de 'Negerhut van Oom Tom'. De kelder, eertijds behorend tot Sparrenheuvel, later tot De Rijp en vervolgens eigendom van de Hervormde Diaconie, werd onlangs door de gemeente Bloemendaal verworven in ruil voor de theekoepel van het oude De Rijp. (Uit: "Geschiedenis van een Bloemendaalse hofstede") Een bezoek aan Kareol. De eerste indruk is er een als van een öde, een dood stuk, een kale verlaten zandvlakte, temidden van vroeg uitbottend groen. De vijvers zijn nog geheel intact en waren rimpelloos toen wij op een zachte avond daar rondwandelden. De ijskelder is ook hier voor een groot deel dicht gegooid; een paar stukken geverfd hout wijzen nog op een raamkozijn. De ruimte in deze ijskelder is symmetrisch en nu gevuld met houtblokken. De ijskelder in Vogelenzang van Barnaart ligt in de hoek van twee sloten die haaks op elkaar staan of liever liggen. Aan de zuidzijde van deze hoek liggen de overblijfselen van de kelder. De onnatuurlijke heuvel is ongeveer 2 meter hoog en bij benadering een tiental meters lang. Een wat spichtige kastanje heeft zich hier genesteld. De kelder is dichtgegooid op een wijze dat je als buitenstaander geen enkel moment aan een kelder zou denken. De laatste ijskelder vonden wij op het ClOS-terrein (Duinlust)deze was als het ware tegen een koepelvormige heuvel geplakt. Het zoeken en vinden van (restanten van) ijskelders in Bloemendaal was een interessante en spannende bezigheid. Er is maar een conclusie mogelijk: de ijskelders - althans die in Bloemendaal - zijn niet meer. Laten we zuinig zijn op onze enige uitzondering, de ijskelder van De Rijp. GV LiteratuurA.W. Reinink en J.G. Vermeulen: Ijskelders, Koeltechnieken van weleer. Uitg. Uitgeverij Heuff Nieuwkoop, 1981 ISBN 90 6141 081 9 12

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1982 | | pagina 13