DE RIJP
Het is allemaal héél lang geleden. In bonte beelden flitsen de herinneringen aan
lang vervlogen jaren aan mij voorbij en roepen het ene tafereel na het andere in
mij op, waarin blijdschap en onbezorgdheid de boventoon voeren.
In deze bonte grabbelton doe ik een greep en voer u mee naar en door verborgen
hoekjes in huis en hof, aan de hand van grootvader of grootmoeder.
"Oma Stoop", herinner ik mij - met haar prachtig zilverwitte haar - was uren
bezig met een vlijmscherp schaartje bloemen, planten, beestjes, giraffen,
hondjes, poesjes, leeuwen en olifanten, pauwen en vlinders, toverfeeën, Indianen
en andere fantastische figuren uit te knippen uit 'Lady's Home Journal' of prijs
couranten. De knipsels werden in een grote doos bewaard en later - met hulp van
Oma's even fantasievolle rechterhand Anna Brand opgeplakt in een groot album:
voor ieder kleindochtertje - dat dan zelf de fantasie de vrije loop kon laten -
een eigen exemplaar.
Grootvader nam ons mee naar 'het laboratorium', gelegen op de 'Zevensprong'
tussen het eikenhakhout achter de tennisbaan. Dat laboratorium was de werkplaats
van één van zijn dochters, een der eerste chemiestudentes in Nederland. Daar
haalde hij uit een stopfles (ik denk wel met een pincet) een brokje natrium en
gooide dat voor onze verbaasde ogen in het water van het vijvertje in de vallei
vlakbijDat water begon opeens verwoed te branden - het natrium leek wel
springend vuur en deed géén kwaad - doodeng.' Op de 'Zevensprong' stond ook een
voor Nederland vrij zeldzame moerbeiboom, zo ook een in de beschutte moestuin.
Het moet in die jaren toch altijd veel warmer geweest zijn..., want in mijn her
innering werd er 's zomers altijd thee gedronken onder de dikke beuk in de tuin.
In de stam was een elektrisch belletje verstopt, inklusief een stopkontakt voor
de theeketel. "De Rijp" - nu alweer vele jaren geleden afgebroken - was namelijk
voor die tijd - tussen 1900 en 1925 - een modern huis, van alle gemakken voor
zien!
De trouwdag van mijn grootouders was 25 augustus. Dikwijls werd er dan een laoge
eettafel op schragen buiten op het grint voor de serre gezet. Er werd dan een
echt zomers menu opgediend met bijvoorbeeld koude meloen - nu heel gewoon, toén
een delicatesse. Eens was het zé warm, dat de kleinkinderen, waarvan de meesten
ook in Bloemendaal woonden, mochten pootjebaden in de vijver; in die tijd een
ongehoorde 'uitspatting', die door grootmoeder dan ook maar "ééns in de duizend
jaar" werd toegestaan.
Op dergelijke warme zomerdagen kwam ook de sproeiwagen langs om het stuiven van
de destijds nog niet geasfalteerde wegen tegen te gaan.
Iedere maandagavond kwamen de 'oempa's' ofwel 'blaaspuppen'zoals grootvader ze
noemde, in deze contreien om het leven wat op te vrolijken en hun zakken te
spekken. Zij speelden niet voor dovemansoren. Grootvader - de witte panama op
zijn indrukwekkende kale hoofd - luisterde onder de dikke boom aandachtig naar
hen en liet ze niet met lege handen vertrekken. Hoe dat 's winters ging...?
Onbekend voor mij als kind, maar dat zal wel in orde geweest zijn. Eén van de
typerende kenmerken van het echtpaar Stoop was namelijk, dat er altijd aan
anderen gedacht werd en dat er met hoofd en hart met anderen werd meegeleefd en
met royale hand van de rijkdom werd uitgedeeld. Zo herinner ik mij hoe onze
grootmoeder in haar rijtuig met manden vol druiven uit de kassen door Bloemen
daal reed om daarmee zieke kleinkinderen of andere zieken te troosten. Weken
voor Sinterklaas waren grootmoeder en haar altijd aanwezige en meedenkende
secretaresse in de weer met de voorbereidingen voor het feest. Na hard werken en
fantaseren was het zover dat er op 5 december voor ieder op "De Rijp" en in
wijde omgeving een juist geschenk met de juiste surprise en het juiste gedicht
ter plaatse bezorgd werd.
5