gekocht en daarin de wezen en vondelingen ondergebracht. Ook in het nieuwe weeshuis zal in het algemeen het leven weinig opwindend zijn geweest. Toch zal het een rimpeling hebben gekend, toen in het najaar van 1771 Regenten aan Schout en Schepenen het verzoek deden de vondeling Jan Elseboom - was hij wellicht onder een elzeboom aangetroffen? - "in gemeld Huys opgevoed uyt desselfs vrijwillige Keuse te moogen Laaten vaare naa Neerlands Indien". Het ambachtsbestuur geeft op 3 October 1771 toestemming om Jan "bij de eerste Favorabele geleegenheyd derwaarts te verzenden". Gedurende de verdere 18de eeuw, onder de Bataafse Republiek en tijdens het Koninkrijk Holland blijft het Armekinderhuis geves tigd in het huis hoek Zijlweg/Zandvoorter(voet)pad. Na inlijving bij het Franse keizerrijk in 1810 werden in ons land maatregelen getroffen om het armwezen meer efficiënt te organiseren. Het toen reeds sterk teruggelopen aantal^pupillen leidde ertoe, dat het weeshuis in 1811 werd verlaten. Op 2 October 1815 verkopen diakenen van Bloemendaal het "huis met een tuin er achter, mitsgaders stallinge, als meede alle de Behangzels, spiegels, schilderijen in de schoorsteen van de agter- kamer en alle Platen in 't voorzeide huis" voor f.1100,aan de Overvener Frans Redeker, die er waarschijnlijk toen al een paar Jaren een "tappersaffaire" dreef. Men zou geneigd kunnen zijn te veronderstellen, dat de aankleding van het interieur van de "agterkamer"wel wat al te zeer met het vergrootglas bekeken, er op wijst, dat deze als regentenkamer heeft dienst gedaan. Redeker's dochter Maria Catharina, met de schipper Govert Luyten getrouwd, verkoopt het vroegere weeshuis op 21 Mei 1849 aan de Overveense genees-, heel- en verloskundige, de p1atte1andicus Willem Johannes Grippeling voor f.2400,Hij woonde er met zijn vrouw Clara Johanna Geertruida van Velsen en twaalf kinderen. Zijn patiënten bezocht hij te voet, steeds vergezeld van zijn hond. Spoedgevallen waren in Overveen toen nog onbekend! Grippeling over leed op 19 December 1885. Twee jaar later op 10 Februari komt het huis in handen van een pro jectontwikkelaar "oude stijl", Hendrik Koekkoek. Dan is het pleit beslecht. Het Overveense weeshuis valt onder de slopershamer. De bouw van de in het begin van dit verhaal genoemde huizen Zijl- weg 340 en 342 neemt een aanvang. Na voltooiing ervan zal in het westelijke huis de populaire arts J. Th. Bornwater, gehuwd met Maria Rosbergen en in December 1949 overleden, er geruime tijd zijn practijk uitoefenen. Nu nog een enkele opmerking over "De Prins". In 1743 was Jacob Schoon koper geworden. Hij had het huis moeten aanvaarden "onder Expresse conditie dat hetselve niet sal mogen werden afgebrooken" Afbraak immers zou betekenen, dat er geen belasting meer zou kun nen worden geheven op het gebouwde eigendom. In die dagen telde voor de plaatselijke overheid elke gulden mee! Schoon gaat tot renovatie over. Maar in 1749 heeft hij blijkbaar al schoon genoeg van zijn bezit, want hij doet het van de hand, voor f.1150, Kennelijk doen de opvolgende eigenaren er het hunnen aan toe, zo dat wanneer het op 17 April 1773 in openbare veiling komt, het voormalige weeshuis wordt aangeprezen als "Een Groot Logeabel en zeer aangenaam geleegen Huys en Erve van outs genaamd de Prins, staande ende geleegen in 't best van de Dorpe van Overveen." 2 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1984 | | pagina 24