Koper is de Amsterdamse makelaar Jan Rademaker, wonende Heren
gracht 196 in het z.g. CommensalenhuisHet is evident, dat
bij de aankoop het fraaie uitzicht, dat men in noordelijke rich
ting had vanuit het huis langs de blekerijen en over de weilanden
tot aan het Huis ter Kleef, voor hem zwaar heeft gewogen.
Nauwelijks was "De Prins" op 3 Juni 1773 getransporteerd, of hij
vraagt en verkrijgt van Schout en Schepenen toestemming de "steene
Vulnis en Aschbak", die zich aan de noordzijde van de Zijlweg
recht tegenover zijn huis bevond en die "merkelijke diminuatie van
desselfs aangenaam uytzigt" ten gevolge had, af te breken en weer
op te bouwen wat meer naar de kern van het dorp. Daartegen komen
Regenten van het Weeshuis in het geweer. Die asbak, stellen zij,
wordt voornamelijk door het weeshuis gebruikt en is bovendien in
1698 daar op kosten van het weeshuis gebouwd. Dies hebben Schout
en Schepenen er niets over te vertellen. De quaestie wordt spoe
dig gereggld. Rademaker krijgt zijn zin en geeft "den Armen een
Douceur".
De enige openbare asbak, voorwerp van genegenheid der zindelijken,
stond in het dorp Overveen naast "Bijduin", nu de huizen Bloemen-
daalseweg 250 en 250a.
Vijf jaar later is "De Prins" een "Heerenhuysing" en draagt hij
de naam "Welgeleegen"
Op 28 Februari 1811 - de dag waarop in Haarlem de beëdiging en
installatie plaats vond van de 'leden van de Tribunal de Première
Instance, als gevolg waarvan ook hier de Rechterlijke Macht op
hield een plaatselijke aangelegenheid te zijn - gaat "Welgeleegen"
door koop in eigendom over van de "Eerwaarde Hooggeleerde Heer
Professor bij de menonite gemeente te Amsterdam", Gerrit Hesse-
lin(c)k. Hij verwierf het uit de nalatenschap van zijn tweede
vrouw Cornelia Elisabeth Arkenbout, die in eerste echt gehuwd was
met Jacob Penninck Hoofd, lid van een Haarlemse fabrikantenfamilie.
Tijdens haar weduwschap woonde zij enige tijd op het Huis "te Zaanen.
Professor Hesselin(c)k was in 1778 door Directeuren van Teylers
Stichting bekroond voor zijn antwoord op de eerste door Teylers
Godgeleerd Genootschap uitgeschreven prijsvraag, die een behande
ling verlangde van de driehoeksverhouding tussen christelijke open
baring joodse en natuurlijke godgdienst, een eerbewijs dat hem
nadien nog tweemaal te beurt viel.
Aan de Zijlweg vinden we sedert het begin van de 19de eeuw méér
kleine buitenhuizen: Veldzigt, (voortlevende in: Ve1dzigtlaan
NooitgedachtSchoonzicht (van Notaris J.L. ter Hofsteede), Bij
dorp, Rust-en-GenoegenBuitenzorg enz.
Als "Welgeleegen" in 1830 in het bezit is gekomen van de Amster
damse koopman Jacob Adriaan Machiels, laat deze het opsieren met -
ervoor - "een rei steene Palen met kettingen aan elkander ver
bonden". De rij van steeds wisselende eigenaren is nog niet ten
einde: Anthonie Nicolaas Bijvoet, bloembollenkweker en -exporteur,
wethouder van Bloemendaal, IJsbrand Kuindershandelaar in galan
terieën, later zeer vermogend koopman, ^eder en assuradeur te
Amsterdam, bewoner van Herengracht 497, Gerardus Antonius Croes
fabrikant te Amsterdam. In de jaren tachtig der vorige eeuw, wan
neer de hierboven al ter sprake gekomen Hendrik Koekkoek, door zijn
huwelijk met Wilhelmina Helena Rosbergen, een zwager van dokter
Bornwater, de eigendom heeft verworven, wordt het huis "Welge
leegen" met de grond gelijk gemaakt.
24