ZURE REGEN
We kunnen tegenwoordig haast geen krant meer openslaan of er staat
wel iets in over de zg. "zure regen". Welluidende titels als
"de zure sluipmoordenaar" of "de bossen sterven" geven aan, dat
er wel iets loos moet zijn. Dat er een probleem bestaat dat ern
stige effecten teweegbrengt, is dus wel duidelijk. Maar wat bete
kent het "zure regenprobleem" nu voor het Nederlandse volk, wat
betekent het bijv. voor een inwoner van Bloemendaal en omgeving?
Om op dit soort vragen antwoord te kunnen geven is het nodig eerst
een aantal aspekten van dit probleem wat nader te belichten-.
Allereerst de term "zure regen". Op het eerste gezicht zou men
hieronder regenwater verstaan dat zuurder is dan "gewoon" regen
water. De eerste effekten die bekendheid kregen, namelijk de ver
zurende meren in Scandinavië in de zestiger jaren, werden inder
daad grotendeels door het zure regenwater teweeggebracht. En het
zuurder worden van dat regenwater werd veroorzaakt door luchtver
ontreiniging die heel ergens anders, namelijk in Engeland en West-
Europa, in de lucht werd gebracht. Ook nu nog is het regenwater
zuur, soms ongeveer zo zuur als citroensap of azijn. Maar bij de
effekten die de laatste jaren worden gemeld, zoals bijvoorbeeld
het sterven van de bossen, is meer in het spel dan zuur regenwater
alleen. De luchtverontreiniging, die voor al deze gevolgen verant
woordelijk is en voornamelijk wordt veroorzaakt door de raffinade
rijen, energiecentrales, het verkeer en in mindere mate door de
landbouw mestproduktie- de belangrijkste stoffen zijn zwavel
dioxide SO stikstofoxiden (NO en ammoniak NH dat in wa
ter oplost tot het basische of zuurneutraliserende ammonia of
NH^OH, maar dat in de bodem door bacteriën wordt omgezet in sal
peterzuur) - kan ook zonder eerst in de regen te zijn opgenomen
op de bodem, het water of de planten terechtkomen. We noemen dit
droge depositie.
De effekten van "zure regen" zijn ernstig. De regering heeft on
langs, naar aanleiding van een motie die het PvdA-kamerlid
Rie de Boois in februari 1983 in de Tweede Kamer heeft ingediend,
een onderzoek laten verrichten naar wat er nu precies aan de hand
is. Dit onderzoek, en met name de rapportage van het onderzoek, is
de basis geweest voor een notitie die de ministers van VROM
(Winsemius) en van Landbouw Visserij (Braks) aan de Tweede Kamer
hebben aangeboden. Als bijlage bij de notitie werd een rapport aan
de kamerleden gestuurd, waarin vrijwel alle in Nederland aanwezige
kennis op dit gebied bij elkaar is gebracht. Dit rapport is samen
gesteld op basis van vijf deelrapporten over respectievelijk at
mosferische processen, effecten op de bodem en het grondwater, bo-
dembiologie en fauna, vegetaties en oppervlaktewater.
De konklusies zijn:
-Processen in de atmosfeer:
De stoffen die de verzuring veroorzaken (NO SO^ en NH worden -
althans in Europa - voor ongeveer 90 door de mens in ae atmosfeer
gebracht. In ieder geval is minder dan 20% van de huidige depositie
afkomstig van natuurlijke oorzaken. De uitstoot en neerslag van
ammoniak is waarschijnlijk een min of meer lokaal probleem, dat we
in Nederland zelf voor een groot deel kunnen oplossen. Ammoniak
veroorzaakt circa 30% van de verzuring, hoewel dit aandeel vlakbij
bioindustriebedrijven hoger kan zijn. S0^ en N0^ verspreiden zich
sterk in de atmosfeer.
7