"DE WITTE HOND" IN DE VOGELENZANG Dit artikel gaat niet over de Carnavalsvereniging van deze naam die in Vogelenzang bestaat, doch over een begrip en nog wel een bekend begrip bij vele Vogelenzangers. Noemt men "De Witte Hond" dan weten zij waarover zij praten. Namelijk over de punt grond-, gevormd door de driehoek Leidsevaart, Voge 1enzangseweg en de voormalige boomgaard van de FamRuigrok. Tot ca. 1918 stond hier een café, genaamd "De Witte Hond". Nieuwbouw maakt nu iedere herkenning van deze plek onmogelijk, ondanks de goede poging hiertoe van één der bewoners door een stenen hond op het afdak boven zijn voordeur te plaatsen. De aanduiding "De Witte Hond" komt het eerst voor in een pacht- acte van het jaar 1769. Op 28 Maart van dat jaar wordt aan Hen drik Dijkman, door de Rentmeester van Noord-Holland, Kennemer- land en Brederode, Elbert Hart, in erfpacht gegeven; in het Zuiderkwartier, een perceel grond van de Grafelijkheidsleiduinen in de Vogelenzang, van 200 Roeden, volgens het contract strekken de ten Noorden de R.C. Kerk en ten Zuiden de Haarlemsche Trekvaart. Op 30 Maart 1798 verschijnt voor notaris J.P. Kuenen te Haarlem de weduwe van Hendrik Dijkman- Anna Huyskes - wonend in de Witte Hond aan de Leydsche Trekvaart onder de Vogelenzang, om haar tes tament te maken. Hierbij bepaalt zij tot voogd over haar minder jarige kinderen de Heren Gerrit Buys en Cornelis Heemskerk, beiden woonachtig in de Vogelenzang. Een andere bepaling in dit testament was de verklaring, dat haar oudste zoon Pieter Dijkman voor omtrent twee jaar 50 gulden van haar geleend heeft, die hij in haar nala tenschap zal moeten teruggeven. Anna Huyskes voelde zeker haar einde naderen, want binnen het jaar overlijdt zij en komen de uitvoerders van haar testament bij de schout J. de Waal Malefijt en de schepenen Pieter Bergman en Cor nelis van Wou, in de Ban van Tetterode, Aelbertsberg en Vogelen zang. Als administrateurs en voogden van de nalatenschap van wijlen Anna Huyskes, weduwe van Hendrik Dijkman, dragen zij in volle ei gendom dit stuk grond over aan de Hr. Joh. Rothmeyer, R.K. Pastoor in de Vogelenzang, voor de Armen van de Parochie. Het stukje grond wordt als volgt omschreven: Huis en erve, genaamd "De Witte Hond", mitsgaders een schuurtje staande tegen het huis, alsmede nog een Thuyn en Boomgaard, groot ca. 200 Roeden, belast met een erfpacht van 7 gulden en 10 schellingen jaarlijks, voor de koopsom van f.975 en 5 stuivers. Volgens acte van N. Bijvoet A.Z. secretaris, geschiedde dit op 7 Febr. 1799. Uit de aantekeningen van de landmeter E.L. Waart op 8 Dec. 1863 te Haarlem gemaakt voor de Hr. N.F. Perk, landmeter van het Kadas ter, Leidsche Vaart 130 te Haarlem, was dit perceel "De Witte Hond" groot 25 Roeden, 96 ellen, ingebracht onder No. 668. In de tijd, dat door de Leidse trekvaart nog een trekschuitdienst werd gevoerd tussen Haarlem en Leiden, was dit punt met café een vaste aanlegplaats. Daaraan was de oorsprong en het voortbestaan van dit café te danken. Dorstige voerlieden, schippers en reizigers vonden hier iets om hun dorst te lessen. Ook trekpaarden moeten van tijd tot tijd verwisseld worden. Nadat de Spoorlijn van Haarlem tot Leiden en verder was doorge trokken, was de trekschuitdienst al spoedig verleden tijd (circa 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1984 | | pagina 12