ticuliere tuin waar ze instonden. Het is dan ook niet vreemd dat
in de loop der jaren de eenheid van de oorspronkelijke aanleg ver
dwenen is naarmate de bewoners hun tuin naar eigen inzicht aanpas
ten. Het Oosterhoutpark in Haarlem is een voorbeeld van zon
Springer aanleg.
De tegenhanger van de grootschalige aanpak van Springer ziet men
in Duitsland waar onder andere de architect Behrens de tuin als
een letterlijk verlengstuk van het huis zag. Gemetselde, getimmer
de en geplaveide muren kamers en gangen waar alleen het dak aan
ontbrak, gaven een duidelijke structuur aan. Het p1antmateriaal
speelde hier een sterk ondergeschikte rol.
Een afgezwakte versie van deze architectonische benadering vindt
men terug in de nederlandse vi11a-tuinenin de vorm van strakke
taluds die het huis als op een presenteerblaadje aanboden. Strakke
grasperken en grintpaadjes werden slechts onderbroken door strakke
buxussnoeivormen en rozenstruiken. Deze tuintjes zien er naar uit
alsof zij door de architect als "service van de zaak" standaard
bij het huis geleverd werden, zonder aanzien van plek, huis of
gebruiker. De nieuwbakken villabewoners wisten misschien nog niet
goed raad met een tuin, die ze vroeger in de stad niet gehad hadden.
Een tuinman moest de perkjes maar aan kant houden.
Tuinieren begon met de ogen, zoals het jongetje dat, handen op de
rug aandachtig naar een b1oemenborder keek. Op zijn moeders vraag
wat hij toch deed sprak hij: "Ik tuinier". "Maar je doet toch
niets?" "Papa zegt ook altijd dat hij tuiniert als hij zo staat".
Maar in de loop der decennia zijn ook de villabewoners met hun
handen gaan tuinieren, een verschijnsel dat gelijk op lijkt te gaan
met de belangstelling voor de omgeving in ruimere zin - in dit ge
val Bloemendaal met o.a. zijn villaparken. Die belangstelling houdt
bezorgdheid om de veranderde omgeving in, zoals de verdere opdeling
van oude villapercelen of de vervanging van oude "kasten" door
nieuwe meergezins woningen. Toch zijn deze veranderingen oppervlak
kig en vooral van esthetisch karakter vergeleken bij de structu
rele veranderingen op het landschappelijke en sociale vlak die de
bouw van de oorspronkelijke villa-parken met zich meebracht.
F. van Voorst Vader.
15