kreeg
In het vroege voorjaar gaven de bloeiende b1oembo11enve1 den een
fleurig aanzien. De landschapsschilders, welke eerst naar de
bleekvelden kwamen, keerden weer terug om nu de rijke kleur
schakeringen op hun doeken vast te leggen.
De vraag naar tulpen werd steeds groter. De dames werden graag
vereerd met een bouquet van de mooie rode of gele tulpen. Dat
waren wel de meest geliefde kleuren.
Door de groeiende vraag steeg ook de prijs, en op een gegeven mo
ment zó snel, dat er een verderfelijke windhandel ontstond.
Binnen de kortste tijd werden er fantastische bedragen betaald
voor één tulpenbol, die dan ook letterlijk "op een goudschaaltje"
werd gewogen
Zo plotseling als ze gekomen was, zo plotseling stortte deze wind
handel in elkaar. Alleen gaf deze periode talloze schrijvers aan
leiding om hierover de nodige schotschriften te schrijven.
Door deze windhandel geraakte de tulp voor lange tijd in discre-
diet (1637).
Doch in de duinstreek gingen bedachtzame mannen door met het te
len van bloembollen, heel bescheiden, want in het begin was het
alleen maar verliesgevend, maar al spoedig werd het weer een
teelt van behoorlijke omvang en na 1650 werden er alweer onder
linge veilingen van tulpen gehouden.
In de maand April vooral was het erg druk in Overveen. Dan wer
den de zogenoemde "Groenveilingen" gehouden.
Een afslager liep dan met in zijn kielzog een aantal bollenmen-
sen van het ene veld naar het andere om de nog tevelde staan
de bloembollen te verkopen. Omdat het vaak een gehele dag in be
slag nam, liep er vaak een mannetje mee met een vaatje jenever en
tabak met pijpen. Was men inderdaad de gehele dag aan het veilen,
dan werd op kosten van de veilingmeester brood met kaas en koffie
rondgedeeld
Na 1880 waren er naast de groene veilingen, ook verkopingen bin
nenshuis. Deze werden gehouden in het café, nu "Van Ouds het
Raadhuis" geheten. Bloemententoonstellingen werden er zelfs geor
ganiseerd. De eerste werd gehouden van 23 tot 25 April 1827 in het
schoolgebouw te Overveen.
Een bekende tulp, welke reeds na 1650 werd verkocht, was de "Due
van Tol". De naam ontleend aan het echtpaar Adriaan Duyck en Alyd
van Tol(Het geslacht Duyck was reeds in 1539 bekend).
Andere bekende soorten, doch uit later tijd, waren: Due Generaal,
Schoone Betty, Purpere Lisse, Juweel van Haarlem, Jagt van Delft,
Gulden Bloemen en nog vele anderen.
In het Bijvoegsel tot de nieuwe Gendsche bloemist, anno 1791, be
vindt zich een lijst van 41 namen der voornaamste tulp ensoorten
welke destijds alhier werden gekweekt.
Het teeltgebied breidde zich steeds meer uit. Het omvatte de streek
tussen de Kleverlaan, Zijlweg, tot aan de Munterslaan. In 1885 bij
voorbeeld was de beteelde oppervlakte hier 145 ha.
Met de groei van de tulpenteelt stegen ook de grondprijzen hier
enorm. Volgens Craandijk brachten twee bunder bloembollengrond
meer op dan 15 bunder andere grond elders in het land.
20