Wie waren de kwekers van deze gewassen?
Dat. waren o.a. de vroegere blekers en ook tuinbazen. Naast hen
vele immigranten, die voorheen seizoenarbeiders waren geweest op
de blekerijen en nu veel zagen in de tulpenteelt.
Een voorbeeld hiervan was de Familie Eldering, afkomstig uit
Westfalen. Doch ook uit Brabant en Vlaanderen kwamen ze. De
Familie Roozen en Bijvoet zijn hiervan de bekende namen. Verder
herinneren we ons nog de bekend klinkende namen van de kwekers
families Faase, van Velsen, Grippeling, Nelissen, Bos en nog vele
anderen
De samenstelling van de bevolking van het dorp Overveen ondervond
sterke veranderingen door de opkomende bloembollencultuur.
Bestond de bevolking eerst uit boeren met hun arbeiders, naast
enkele b1ekersfami1iesambachtslieden, winkeliers en caféhou
ders, na de komst van de bloembollenteelt nam het aantal arbeiders
sterk toe. De vroegere blekersknechten uit Westfalen, seizoenar
beiders, werden nu bollenknechtenVelen onder hen met een beetje
pit in hun body, probeerden zelf een bedrijfje te stichten.
Het aantal eenmansbedrijven was dan ook erg groot. Velen hadden
niet meer dan een bunder land. Toch verdienden zij allen nog een
goed stuk brood.
Doordat in het voorjaar vele stadsmensen erop uittrokken om de
kleurenpracht der bloeiende tulpenvelden te zien, ontdekten zij
tevens hoe mooi deze omgeving was. Rijke kooplieden, zoals Levant-
handelaren en bierbrouwers begonnen met 's zomers hier te gaan wo
nen op een leegstaande hofstede. Dit beviel zo goed, dat ze zelf
huizen lieten bouwen, daarmee zagen we hier de eerste landgoede
ren of buitens verrijzen.
Door hun komst kwamen ook bedienden, koetsiers hier wonen en ver
schenen er nieuwe ambachten, zoals de tuigmakers en wagenmakers,
naast de smid. Al met al een mengelmoes en geen hechte bevolkings
groep
Voor de bloembollenkwekers had deze komst ook grote gevolgen. Het
werd echt "dringen" om een stuk grond en de kwekers die wilden
uitbreiden en hier geen grond meer konden krijgen, keken verder en
vonden nog ruimschoots veel grondaanbiedingen in Heemstede en nog
meer zuidelijk in Hillegom.
De waarde van de verkochte bollen was aanzienlijk. In 1867 verkocht
men hier voor een waarde van ruim drie ton, voor die tijd geen on
belangrijk bedrag. De oorlog van 1870 deed de export naar Duitsland
enorm dalen.
Tijdens de 1ste Wereldoorlog en de inflatie in Duitsland ging het
met de bollenteelt hier sterk bergafwaarts.
Zo langzamerhand werd Overveen voorbijgestreefd door Hillegom.
Overveen had inmiddels wel haar stempel op het vak geplaatst.
Zo deed de Fa. Krelage met haar bedrijf aan de Zijlweg, toen nog
behorend tot de Gemeente Bloemendaal, veel onderzoek. Zij organi
seerde tentoonstellingen, welke erg veel belangstelling trokken.
Zelfs Koninklijk bezoek in 1894, toen H.M. Koningin Wilhelmina met
haar Moeder Koningin Emma vanaf Vogelenzang, waar zij per trein
arriveerden, een rijtoer maakten door de bloeiende bollenvelden,
21