naar de tentoonstelling van pronkbakken hyacinthen op de tuinen van
de Fa. Krelage kwamen kijken.
De Hr. Krelage was een der oprichters van de Alg. Vereniging voor
Bloembollencultuur en hij was het, die in Haarlem een "Beurs" op
richtte
Door de eeuwen heen is. er veel in het vak veranderd. Niet alleen
zijn er vele soorten verdwenen, doch door intensief pionieren zijn
door kruisen van soorten ook weer vele nieuwe soorten ontstaan.
Zo kunnen we momenteel genieten van de pracht van de bekende rode
Apeldoorns en de rood-wit gekleurde Lustige Witwes.
Momenteel is de bloembollenteelt praktisch verdwenen uit Overveen.
Slechts een enkel bedrijf nog wel met een bekende klank is er over
gebleven. Elders in de Gemeente vinden we nog telers in Vogelen
zang, waar, dankzij de firma's Roozen, Verdegaal, Heemskerk en van
Haaster e.a. we nog ieder voorjaar kunnen genieten van de fleurige
velden en bij slecht weer in de kassen van de showtuin van de Fa.
Roozen
Door de stadsuitbreiding van Haarlem verdwenen de bollenvelden
langs de Julianalaan (fa. Eldering), aan de Zijlweg (fa. Roozen
en Bijvoet) en op het oudste terrein "Rolland", bouwde men het
Ramp 1aankwartierwaardoor vele kwekers elders hun heil moesten
zoeken. De verplichte evacuatie in de Tweede Wereldoorlog gaf de
kwekers tussen Ramplaan en Houtvaart de doodklap.
Met de bollenvelden verdwenen ook de typische bollenschuren, lan
ge smalle stenen en ook wel houten gebouwen, meestal bestaande
uit 2 verdiepingen. Zij hadden vele smalle ramen en velen open
slaande raamdeuren. Een dergelijke schuur staat er nog tegenover
het Marinehospitaal langs de spoordijk Haarlem-ZandvoortEen
zuiver voorbeeld is het niet. Achter de Ramplaan staat nog een
bouwval van een dergelijke bollenschuur.
Na 1930 wordt Overveen niet meer genoemd als bloembollenplaats.
De meeste kwekers zijn naar andere plaatsen vertrokken, hetzij
naar de nieuwe bollenstreek Heemstede en zuidelijker, hetzij naar
de "Noord", omgeving Breezand.
De bloembollentijd is nog slechts een herinnering voor Overveen.
LvEmmerik
22