EEN NATUURLIJKE OPGANG. IN MEMORIAM A.J. SCHNEIDERS
Zondag 1 juli 1984 is op 90 jarige leeftijd de heer A.J. Schnei
ders van Oldenhove te Overveen naar de olde hove hierboven heen
gegaan. Enkele reis, we zullen hem hier niet meer zien. De aarde
telt een bewoner minder, de hemel een meer. "Alleen geweldenaren
nemen het in", het koninkrijk der hemelen, zegt de Schrift.
Hij zal zelfs daar opvallen.
Over ieder mens valt een boek te schrijven, over Schneiders een
trilogie: de LERAAR, de MENS, de MOLENAAR. We mogen dit onder
scheid maken. Wie zes jaar bij hem, leraar Nederlands, in de
klas heeft gezeten Triniteitslyceum)ziet hem als leraar.
De mens ontdekt hij in deze selectief en vooral later, omdat de
leraar zich verplicht tot niet te grote vertrouwelijkheid met de
leerling. Daarnaast is hij de "grondlegger" van het door hem zo
genoemde maar niet zogenaamde MOLENISME. Een ludieke stroming,
of moet ik zeggen, ideologie, waarin de mo1enaar-grondlegger
voor de fijnproever zijn bovennatuur laat raden. Veel adepten
waren er niet want de volle inzet werd gevraagd en gevergd....
Hij schreef ook een boekje, getiteld MIJN MOLEN. Uit de persoon
lijke opdracht in no. 99 (oplage 100) blijkt dat ondergetekende
een waardig volgeling bevonden werd: "Aan meer dan mijn oud-leer
ling, aan de Molomaan Jan Bomans". Plannen om een molen te kopen
en daadwerkelijk te bewonen blijken uit de vroegste correspondentie.
Het ging uiteindelijk niet door. Eigenlijk gelukkig want we moe
ten de molen primair geestelijk bewonen. Beter gezegd: beleven.
De eerste alinea van zijn geschrift duidt die windrichting:
"Wat een mens bezielen kan, op een molen te wonen, in een molen te
leven! Mensenhaat? wereldvlucht? modern kluizenaarsschap? seniel
solitarisme? Allicht iets van dit alles, maar daar bovenuit:
het zielsverlangen dat opklinkt uit Jesaja 49.20:
De plaats is te nauw voor mij;
Geef me ruimte dat ik kan wonen!
Wonen doet men in een besloten ruimte. Voor Schneiders was die
ruimte de wereld en hemel tegelijk. Werken de wanden van een mo
len dan niet beklemmend?
MIJN MOLEN geeft het antwoord op deze schijnbare tegenstrijdigheid.
"Klein is hier geen bezwaar", integendeel, "de molen heeft de ruim
te van het hele landschap en van de hemel daarboven". Voor hem is
de molen het symbool van de vrijheid, de vrijheid waarnaar hij wel
licht meer dan andere stervelingen op deze planeet steeds verlangd
heeft, maar welk verlangen door plicht en regelmaat nu eenmaal
nooit in vervulling kon gaan. Totdat.
We lezen in het enige briefschrijven dat ik van hem bezit:"Met
de Paasvacantie ga ik mijn eerste jeugd eindelijk beginnen, kies ik
de vrijheid van een gepensioneerde!"
Hij ondertekent dan met ARNOLD JAN, zijn voornamen, en vangt aan
met die van mij, JAN ARNOLD. De naam-verwisse1ingmaakte de af
stand leraar-leerling aanzienlijk kleiner, maar werd als aanhef
nimmer herhaald. Schneiders verviel nooit in herhaling, was altijd
nieuw. Origineel noemt men dat. Wat dacht u van deze aanhef:
"KRUISMAN!" Dat slaat op het kruis van de molenwieken maar zin
speelt op dat andere. Of: VRIENDJEHier het specifieke sar-
23