VERWARRING OVER MONUMENTENZORG Er heerst in ons land onzekerheid en verwarring over de monumen tenzorg. Minister Brinkman van Welzijn, Volksgezondheid en Cul tuur heeft op 28 mei van dit jaar een nota over de monumenten zorg aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin hij het beleid dat naar zijn mening in de toekomst gevoerd moet worden, nader uiteen zet. De bewindsman wil een Nationaal Restauratie Fonds. Dit fonds zal per jaar ongeveer honderd miljoen gulden van het mini sterie van WVC ontvangen. Brinkman heeft zeven pensioenfondsen, waaronder het Algemeen Burgelijk Pensioenfonds, bereid gevonden om een ongeveer gelijk bedrag te investeren in het fonds. Als een eigenaar van een huis of bedrijfsgebouw, dat als beschermd monument te boek staat, van WVC de toezegging heeft dat hij voor restauratie ervan subsidie krijgt, kan hij het geld bij het fonds alvast opnemen. Daarvan gaat wel de rente af die de beleggers toe komt voor hun investering in het Restauratie Fonds. Die rente komt overeen met het effectief rendement op staats1eningenDoor de achterstand in betalingen van subsidies bij WVC, is een Natio naal Restauratie Fonds volgens Brinkman een uitkomst. De koper van een monument hoeft straks niet langer jaren te wachten voor dat hij met het werk kan beginnen. Er wordt ook voor een nieuwe bestuurlijke aanpak gepleit. De zorg van de monumenten zal niet langer berusten bij de Rijksoverheid, maar wordt overgeheveld naar de gemeenten. Sedert 1980 heeft de Monumentenraad concrete voorstellen gedaan voor inschakeling van gemeenten. Maar ook voor provincies met steun van particuliere organisaties. Tot nog toe is de monumentenzorg een eindeloze touw trekkerij geweest tussen ministeries en tussen rijk, provincies en gemeenten. Inzet daarvan was de vraag welke instantie het voor het zeggen krijgt over de ruim 42 duizend in ons land wettelijk beschermde monumenten. Volgens de Monumentenwet-1961 is thans voor iedere restauratie of verbouwing van een beschermd object toestem ming nodig van de minister, dat wil zeggen van de Rijksdienst in Zeist. In feite een onmogelijke toestand. Daarom juichen alle be langhebbenden de decentralisatie toe die de regering nu wil. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de groeiende belangstelling voor monumentenzorg op plaatselijk niveau. De instelling van een Restauratie Fonds is het begin van.een voor zichtige decentralisatie van de monumentenzorg, van rijk naar ge meenten. In dat verband wil Brinkman de procedures bij de aanwij zing tot beschermd monument dan wel stads- en dorpsgezicht vereen voudigen. Gemeenten die al beschikken over een monumentenverorde ning, zullen vergunningen mogen opstellen en afgeven. Voor de fi nanciering van de projecten kunnen zij een beroep doen op het Restauratie Fonds. Daarbij kunnen zij zelf prioriteiten stellen. De historicus drs. F.J. van Duim, secretaris van de Monumentenraad, is niet zo verheugd als het gros van de monumenten in ons land onder gemeentelijk beleid komt te vallen. Hij vreest dat waarde volle objecten bij politieke discussies in de gemeenteraad zullen sneuvelen ten gunste van bijvoorbeeld zwembad, buurthuis of kin dercrèche. Ik geloof dat de heer Van Duim hierover te pessimis tisch is. Zelf heb ik 25 jaar geleden in Gouda bij de gemeente- 8

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1984 | | pagina 9