INSTANT PUDDING, INSTANT TUIN Het verschil tussen een lekkere ouderwetse pudding, gemaakt van vruchten, room, suiker en gelatine en een instant pudding hoeft hem niet zozeer in de smaak te zitten, maar vooral in de voldoe ning die de kok beleeft aan de zorg waarmee hij de echte pudding zonder klonters maakt. Een tuin is geen pudding. Voor mij is een tuin,net als een huis, een stukje harmonisch opgebouwde leefomgeving dat de mens beschermt tegen de invloeden van natuur en mens van buitenaf. Zowel "de mens" als "de tuin" kan hier onderwerp van de zin zijn. Behalve dat een huis in de openlucht is, is het verschil tussen een huis en een tuin echter, dat een huis uit "dode" materialen is opgebouwd, ter wijl een tuin voor een groot deel uit "levende" materialen be staat. Zonder onderhoud zal een gebouw onherroepelijk tot een ruïne vervallen wanneer de dode bouwstenen worden blootgesteld aan de levende elementen zon, wind en water. Maar wanneer een tuin aan zijn lot wordt overgelaten, ontwikkelthij zich alleen maar onder de invloed van diezelfde elementen. Bomen komen tot wasdom, de val lende bladeren vormen een beschermende humuslaag op de grond die dan weer de voedingsbodem is voor een spontane onderbegroeiing. In plaats van steeds minder materiaal, komt er steeds meer. "Onderhoud" bestaat in een tuin dan ook meestal uit wieden, schof felen en snoeien oftewel het verwijderen van materiaal in plaats van het toevoegen van verf en cement als bij een huis. Zoals er "echte" en instant puddingen zijn, zijn er ook instant tuinen en groei-tuinen Een groei-tuin is met zorg, tijd en aandachtige observatie bereid uit grond, meststoffen, zaden, planten, knollen en bollen. Als hij uitgroeit, wordt daarbij de oorspronkelijke harmonie niet verstoord. De royale grasvelden, door hoge bomen omzoomd en statige eiken lanen op buitenplaatsen getuigen dan ook van het voorstellingsver mogen van de tuinbaas, landheer of landschapsarchitect die de boompjes van drie turven hoog ooit plantte. Op dat moment lijkt een laan van 30 meter breed enorm maar na 50 jaar en in de eeuwen daarop volgend is die laan in proportie. Maar het spreekwoord "boompje groot, plantertje dood" lijkt tegen woordig vaak achterhaald te zijn. Een mens kan in zijn leven drie generaties populieren planten die na twintig jaar kaprijp zijn. Ook tuinen, vooral bij zogenaamde doorgangshuizen, waar'men maar kort blijft wonen, moeten tegenwoordig liever vandaag dan volgend jaar volgroeid zijn, liefst altijd groen en altijd bloeiend. Zo ontstaan dan "instant" tuinen (geen officiële term) met instant effect op het moment dat de nieuwe tuinbezitter thuis komt van het tuincentrum en zijn eigendom volzet met coniferen op de erfscheiding (ze groeien snel, heeft men hem verzekerd en zullen al gauw privacy bieden, het hele jaar door); verder heeft men hem hei aangeraden. Die is immers ook het hele jaar groen en bloeit lang. Dat heide het op kleigrond niet zo goed doet en het instant effect dus niet van blijvende aard zal zijn vermeldt het verhaal niet. Ook violen en afrikaantjes krijgen een plaats. En hij is bezweken voor dat aar dige bloeiende boompje. Dat krijgt een ereplaats vlakbij het terras. Ziezo, de tuin is klaar. Maar ja, de sierkers raakt uitgebloeid. Dat is saai. Geen nood, volgend weekend zal hij een sering planten want die staat nu in bloei. De kers moet het veld ruimen en komt achter in de tuin terecht. Enzovoort. Dit is een waar gebeurd ver haal 12

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1985 | | pagina 13