Eigenaar van het merk in 1729 was Bastiaan Vermeulen,
Gouda
was in 1725 het merk van Jan Verbasem, Gouda.
is het hielmerk van Thobias Goedewagen in 1840.
Een veel voorkomend beeldmerk is de fleur de lis of Franse lelie,
die in gebruik was van het eerste kwart van de 17de eeuw tot het
begin van de 18de eeuw.
Bij de 9 pijpekoppen, die onze vriend Jan Noordhoek op zijn tuin
C16 vond, valt o.m. het verschil in "lëeftijd" op. De oudste twee
zijn te dateren op 1630 en 1675, de laatste met een gestileerde
Tudor-roos aan beide zijden van de kop. Van een vijftal koppen uit
1750 zijn er twee met het wapen van Gouda aan beide zijden van
de hiel. Eén van de vijf onderscheidt zich door de versiering aan
de linkerkant van de kop, nleen gekroonde snoek of zalm met
drie golfjes en boven de kroon het merk G8Dit pijpje is vermoe
delijk in het begin of de eerste helft van de 18de eeuw in Gouda
gemaakt
Vooral rond 1750 werden veel versieringen, maar dan aan beide zij
den op de pijpekoppen aangebracht. Er was geen onderwerp of het
kwam op de pijp ter vereeuwiging.
Opmerkelijk is het grote aantal koppen met als "bouwjaar" 1750 -
1800. Het "toeback suygen" moet in die jaren wel heel populair zijn
geweest op Buytentwist. Het grootste aantal van de op onze tuinen
gevonden pijpekoppen stamt uit bovengenoemde periode. Zeven hier
van hebben als cijfermerk twee cijfers met daarboven een kroontje.
Wat hierbij opvalt is, dat geen van de cijfers het zelfde is.
De oudste op Buytentwist gevonden pijpekoppen komen o.a. uit de
verzameling, die Jan Kloos in de loop der jaren bijeengaardeHet
gaat hier om 15 pijpekoppen afkomstig van zijn tuin B17 en van zijn
buurman (schoonzoon) Gerard Valenteijn.
Het interessante is, dat zij gevonden zijn op een betrekkelijk klein
oppervlak. Dat het hier om vroege vondsten gaat, blijkt onder meer
uit het ontbreken van een hielmerk.
De uit Virginia ingevoerde tabak moet in die tijd wel erg duur ge
weest zijn, want de kopopeningen van 13 van deze kleipijpjes vari
ëren tussen 10 en 13 mm. (De uitdrukking: "een zware pijp roken"
zal, gezien het volume van deze pijpekopjes, wel van latere datum
zijn.) Het opvallende van enige van deze pijpjes is dat de middel
lijn van de kopopening van 10 mm, kleiner is dan de middellijn van
de steel, die 12 mm. is. Vast staat, dat deze pijpjes tussen 1600
en 1630 zijn vervaardigd. Van latere datum zijn de twee pijpekop
pen uit de kollektie van Jan Kloos met als versiering de achtbla-
dige Tudor-roos. Deze pijpen zouden omstreeks 1650 gemaakt kunnen
zijn.
Maar eerst nog iets over de "Roos van Tudor" en de afstammelingen
daarvan. Aanvankelijk waren het de eerste
uit Engeland afkomstige pijpmakers in ons
land, die de Tudor-roos als merk voerden.
Spoedig, na 1625 en later werd het merk
overgenomen door hun Hollandse concurrent-
pijpmakers. Ook toen bezondigde men zich
aan geestelijke en andere diefstal. Vele
getuigen van wat wij nu merkvervalsing
21