DE KLOKKEN VAN JAROSLAVL Raymond van den Boogaard, de Moskouse correspondent van NRC Han delsblad, schrijft bijzonder leesbare, informatieve achtergrond stukjes over zijn verblijfplaats, waarin menig Aha-Erlebnis te vinden is voor iemand die de Sovjet-Unie een beetje kent. Zo legt een opmerking over de reconstructie van het oude Danilov- klooster te Moskou, in zijn bijdrage van 5 maart 1985, een ver band met de Amsterdamse Keizerskroon, of liever met de klokketoren die met dit ornament wordt versierd. De klokken die binnenkort in de herbouwde klokketoren van het Dani- lovklooster gehangen zullen worden, ter vervanging van in de jaren dertig verdwenen voorgangers, komen volgens de kloosteroverste uit de buurt van Jarislavl, een oude handelsstad aan de Volga, ruim tweehonderd kilometer ten noordoosten van Moskou. In deze plaats waar in de zeventiende eeuw een Hollandse handels post was gevestigd, troffen wij in 1965 toevallig vier oude kerk klokken aan die uit een afgebroken zestiende-eeuwse kerk afkomstig waren. Zij stonden min of meer tijdelijk op de vloer van de zeven- tiende-eeuwse kerk Ilji-Proróka (Profeet Elias), waar wij de eerste buitenlandse bezoekers waren sinds 1917. De kerk was al lang geslo ten en zonder enige verlichting, maar desondanks was het opschrift van één der klokken onmiddellijk duidelijk: Assuerus Koster me fe cit 16 36. Gegoten dus door Assuerus Koster, de Amsterdamse stadsklokken- en geschutsgieterdie in dat jaar ook de grote heeluursklok van 7509 kilo van de Westertoren goot, met precies hetzelfde opschrift. Dat de Nederlanders klokken uitvoerden is bekend. Van Assuerus Koster hangt een klok in een kasteel bij Oban in Schot land, en ook gingen ze naar het zuiden. In 1564, bijvoorbeeld, kap seisde bij Walcheren de San Christoforo de Bonaventura uit Genua, die met eene groote mettalen (bronzen) clocke en andere handelswaar op weg was naar Sevilla. Het bovenstaande komt uit een artikeltje in NRC handelsblad van 21 maart 1985 van R. van Answaarden. U merkt dat wij deze keer wel erg ver zoeken. Duidelijker wordt het als U weet dat Bloemendaal twee klokken rijk is van de Amsterdamse klokkengieter Coster. De oudste, één jaar jonger dan haar zus in Jaroslavl, hangt sinds 1637 in de toren van de Ned. Hervormde Kerk aan het Kerkplein. Dat zij haar klanken nog over de naaste omgeving kan laten horen danken wij o.m. aan de in september 1984 overleden bekende architect en ouderling van de kerk, H.W. van Kempen. In de bezettingsjaren kwamen de Duitsers de klok vorderen. H.W. van Kempen, zo vertelde zijn zoon, slaagde erin "de heren" te overtuigen dat het verwijderen van de luidklok veel schade zou toe brengen aan toren en kerk. Het zal ongetwijfeld een gloedvol betoog zijn geweest, doorspekt met veel technische details dat zo overtuigend werd gebrachtdat de klok met het opschrift: SOLI. DEO. GLORIA. ASSVERUS. KOSTER. ME. FECIT. AMSTELREDAMIEANNO 1637., de smeltkroes overleefde. De tweede door Coster gegoten luidklok was bestemd voor het in 1646 gebouwde klokhuis te Tetterode (Overveen). Naast het opschrift Assuerus Coster me fecit Amstelodami anno 1647, zijn ook de namen van de toenmalige schout en schepenen op de klok te lezen Het klokhuis werd gebouwd aan de Bloemendaalseweg op de plaats waar 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1985 | | pagina 14