Een instructief plantsoen met "Onkruid" in zijn natuurlijke omge
ving moest het dus worden. Thijsse zelf omschrijft "onkruiden" in
zijn gelijknamige boek als "elke plant die uit zichzelf komt groei
en op plaatsen waar bij haar niet begeeren te zien, plaatsen waar
voor wij een bepaalde bestemming hebben") Hieruit volgt al di
rect, dat wanneer de Hof "een beeld moest geven van de plantenwe
reld der duinen, zoowel van het droge duin, als van de duinpias en
duinmoeras en liefst ook zoowel van het kalkarme duin als van het
X X
kalkrijke") er wel degelijk ingegrepen moest worden door de mens.
"Van nature" is het terrein van de Hof n.l. het kalkarme binnen-
duin; de andere biotopen moesten kunstmatig gecreëerd worden. Ver
schillende hoveniers hebben zich met veel liefde en deskundigheid
van die taak gekweten. Typerend voor Thijsse is zijn waardering
voor de onkruiden "taaie strijders om het bestaan, met velerlei
bewapening;...bandieten", die hij met groot genoegen beschrijft
en "de eer geeft, die hen toekomt"!
Omstreeks 1930 ging Thijsse met pensioen. In "zijn" Hof was hij nu
bijna dagelijks te vinden. De planten, struiken, bomen en bijbeho
rende fauna floreerden prima. Stilletjes zat Thijsse dit alles van
af een bankje waar te nemen of hij keek mee met jonge en oude be
zoekers, legde uit wat er nü weer nieuws of bijzonders te zien
was. "Het kriel van de Montessori-klasse" zag Thijsse het liefst
van alles XX
J.P. Thijsse, Onkruiden, Naarden z.j. pag. 6/ pag.7
J.P. Thijsse, Een jaar in Thijsse's Hof, Amsterdam, 1946, pag.7
19