Foto: Fieneke Speksnijder.
naalsmuts drie stippelmotsoorten leven, is lechts één ervan algemeen
in de duinen aanwezig. Deze vlinder, Yponomeuta cagnellus is zijn
wetenschappelijke naam, wordt dan ook aangeduid als de kardinaals
mutsstippelmot. De meidoornstippelmot is in het duingebied behalve op
de meidoorn, ook hier en daar op de sleedoorn te vinden en elders ook
op de pruim
LEVENSCYCLUS
De kardinaalsmuts- en de meidoornstippelmot hebben slechts één gene
ratie per jaar. Van half juli tot ver in augustus worden door de
vrouwelijke motten eipakketten afgezet op de eigen waardplant. Ze
zijn meestal vlak onder een bladknop of zijtak te vinden. Zo'n ei-
pakket bestaat uit 30 tot 80 eieren, die dakpansgewijs over elkaar
heen liggen. Reeds na twee weken komen de eieren uit, maar -de minus
cule rupsjes blijven onder het schildje van aan elkaar gekitte ei-
kapsels zitten om zo te overwinteren.
In de eerste helft van april van het jaar daarop, als de knoppen
van de voedselplant nog maar nauwelijks zijn uitgelopen, kruipen de
kleine rupsjes onder het eikapsel vandaan. Langs de tak kruipen ze
naar een dichtbij gelegen bladknop en boren zich daar naar binnen.
Slechts een ragfijn spinseltje en het zich niet verder openvouwen
van de bladknop verraden hun aanwezigheid. Enkele weken later heb
ben de rupsjes duidelijke spinselnesten gevormd in hun voedselplan
ten en eind mei, begin juni banen de, inmiddels fors gegroeide, rup
sen zich al vretend en spinnend een weg door de struik. Soms zijn er
zoveel rupsen in een struik aanwezig, dat deze geheel worden kaal
gevreten. Vooral bij de kardinaalsmutsen in de duinen kan men dat
regelmatig waarnemen. De herste1capaciteit van de struiken is echter
opmerkelijk: nog geen drie weken na de kaalvraat kunnen ze weer vol
ledig in frisgroene bladertooi gestoken zijn.
Half juni zijn de meeste rupsen volgroeid en gaan zij zich verpop
pen. De poppen van de meidoornstippelmoet hangen in kluitjes bijeen
in het spinsel. De rupsen van de kardinaalsmutsstippelmot hebben hun
voedselplant echter verlaten en verpoppen laag bij de grond in de
6