en wanneer deze plaats zouden vinden lezen wij in de volgende
"advertentie"
Schout en Schepenen van Tetterode Aelbertsberg en de Vogelen
zang adverteren aan een ieder by deze dat zy op den voor
de eerstemaal, den voor de tweedemaal, en den de
derde en laatstemaal zullen Schouwen de Heere- en ^-n
de gemelde Bannen omme dezelve de laage plaatzen benevens de
hooge op te maken, als mede de Boomen langs de gemelde wegen op
te snoeien, dat bekwaamelyk met de Hooiwagens kan werden geree-
den. Ende zal een ieder desselfs werk, ofschoon goed, met de
gewoone Schouw-teekens moeten bekennen, volgens den Keure van
den 23 April 1762.
Alles tot Keur en Prys van schout en Schepenen voornoemt, op
de boete daar toe staande, die zonder verschooning zal werden
ingevordert
Een ieder zij gewaarschouwt en hoede zich voor schaade^
Zegt het voort. 2)
Niet alleen regen maar ook zandverstuivingen maakte de wegen vaak
onbegaanbaar. Met een zandverstuiving en de gevolgen daarvan kreeg
de toenmalige eigenaar van Buytentwist, Jan Bulters te maken.
Ter verduidelijking het volgende: "Op 4 mei 1797 komt Buytentwist
in bezit van de Haarlemse speculanten Hendrik van Geenhuizen en
Jan Bulters. Kort na deze transactie weet het tweetal ook de aan
de Bloemendaalseweg gelegen 1ijnwaadb1ekerij van Dirk Tijsterman
met inbegrip van de droogberg (waar nu het gemeentehuis staat) in
bezit te krijgen." Op 7 februari 1799 transporteert H. van Geen
huizen aan J. Bulters "de helft in een Droogberg en de helft in
een moestuin gelegen te Tetterode" (Buytentwist, vOOp 3 maart
van dat jaar "is gesolveerd Eene missive te zenden aan Bulters te
Haarlem met order om de weg bezeyden de geweezen Droogberg van
wijlen D. Tijsterman op te ruyme en op zijn wijdte te brengen Zo
als het voor de verstuiving is geweest en dat binnen den Tijd van
16 dagen3
De Bloemendaalseweg ter hoogte van de hofstede De Beek met links
de stenen koepel op de top van het hoge voorduin in de overplaats
van De Beek. (thans Bloemendaalseweg tussen De Beek en Overbeek).
Einde 18de eeuw, naar een tekening van J.H. Muntz.
4