In Noord-Holland leidde dit onderzoek al snel in de richting van het duingebied.
De kwaliteit van het duinwater was al veel eerder ontdekt. In onze omgeving waren dat
vooral de bierbrouwers en de linnenblekers (namen zoals Brouwerskolkje, Brouwersvaart,
Sinnevelt, Veen en Duin, Bleekersvaart en vele andere herinneren hier nog aan).
Vervuiling van water was ook toen al een probleem van de eerste orde. In 1580 kwam er
dan ook al een verbod op het exploiteren van blekerijen ten zuiden van de Zijlweg. Dit om
de brouwers aan de Brouwersvaart een goede waterkwaliteit te garanderen.
Zoals al eerder vermeld, was Amsterdam de eerste stad, die een eigen drinkwatervoor
ziening had (1853). Voor de prijs van 1 cent per emmer konden de Amsterdammers duin
water kopen van een particuliere ondernemer, te weten de Duinwater-Maatschappij.
In 1896 werd het particuliere bedrijf overgedragen aan de gemeente Amsterdam.
Na Den Helder (marinestad) was Haarlem de derde stad in Noord-Holland die een eigen
waterleiding verwierf (1898). Het water werd betrokken uit de duinen bij Overveen.
Ook Alkmaar en Zaandam liepen vooraan in de rij van steden met een eigen drinkwater
voorziening.
In 1906 bleek, dat van de 1121 gemeenten in Nederland, er nog maar 117 een eigen water
leiding hadden. Hierbij valt op te merken, dat met name het platteland - dit geldt uiteraard
ook voor Noord-Holland - hiervan veelal verstoken bleef.
De Bloemendaalse waterleiding
In 1912 werd de Gemeentelijke Duinwaterleiding van Bloemendaal opgericht.
De winning vond plaats in het gemeentelijk duingebied. Voor die tijd betrok Bloemendaal
(afgezien van particuliere waterwinning) drinkwater van de gemeente Haarlem.
Toezicht op het beheer van de eigen waterleiding hadden wethouder C.J. van Tienhoven
en de gemeenteraadsleden Ign. Bispinck en C.F. de Roo van Aldeweert. Administrateur
was Jonkheer B. de Jonge van Campens Nieuwland.
Het bedrijf beschikte over een technische dienst, die onder leiding stond van de heer C.W.
de Jong.
In 1918 komt er via het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening (natuurlijk weer J.
van Oldenborgh) een plan ter tafel voor een gemeenschappelijke waterleiding voor de
gemeenten Bennebroek, Bloemendaal, Schoten en Yelsen. Het is er niet van gekomen. De
Bloemendaalse waterleiding blijft nog lang zelfstandig. Daar komt pas een einde aan als
op 1 januari 1986, op grond van de nieuwe Waterleidingwet, het Waterleidingbedrijf Zuid-
Kennemerland (WLZK) wordt opgericht. De wet schrijft onder meer voor dat kleine
waterleidingbedrijven (minder dan 100.000 aansluitingen) en bedrijven zonder eigen
waterwinning samengevoegd moeten worden.
In de WLZK gaan de waterleidingbedrijven van Bloemendaal, Haarlem, Velsen, en
Zandvoort samen.
21