In Zuid-Kennemerland werden achtereenvolgens aangekocht:
Leyduin (1962)
Linnaeushof (gedeeltelijk, 1967)
delen van Oud-Woestduin (1971 en 1976)
Waaldenveld (gedeeltelijk, 1972)
't Vlakje (1974)
Visscherspad (gedeeltelijk, 1974)
Kraansvlak (1977)
Vinkenduin (1983)
Park Huis te Bennebroek (1985)
53 ha
8 ha
34 ha
13 ha
22 ha
33 ha
343 ha
25 ha
9 ha
Al deze landgoederen zijn gratis toegankelijk onder bepaalde toegangsvoorwaarden,
behalve 't Vlakje en het Kraansvlak.
Beheersnota
Beheren van natuurgebieden is een kwestie van plannen maken, van tijd en geld. Daarom
stelt het PWW elke vijfjaar een Beheersnota op voor het Woordhollands Duinreservaat en
de landgoederen en buitens in Woord- en Zuid-Kennemerland. Uit ervaringen van de afge
lopen vijfjaar en de verwachtingen voor de nabije toekomst wordt een beleidsplan
gemaakt. Bij dat beheer spelen de historie, het natuurbehoud, de waterwinning, de
recreatie en de land- en tuinbouw alle een rol.
Bij het samenstellen van zo'n Beheersnota laat het PWW zich adviseren door vele betrok
kenen. Adviezen van gemeenten, vogel- en natuurbeschermers, heemschutters en andere
worden zo mogelijk in de nota ingepast. Wa goedkeuring door Provinciale Staten is deze
nota het huishoudboek en het werkprogramma voor de komende vijfjaar.
Hulp en advies
Veel landgoederen zijn erg oud en nogal vervallen. Zonder ingrijpen nu is er straks niet
veel moois meer aan. De historisch belangrijke objecten (meestal bouwwerken of bouw
sels) worden indien mogelijk in oude glorie hersteld. Een compleet landgoed in de staat
van de Gouden Eeuw terugbrengen is niet mogelijk. Conserveren en verder de natuur haar
eigen gang laten gaan is meestal het beste. Daarbij zal de sturende hand van de beheerder
niet kunnen worden gemist.
Op dit gebied krijgt het PWW tevens adviezen van de in 1965 door Gedeputeerde Staten
ingestelde Watuurwetenschappelijke Adviescommissie. Daarin hebben hoogleraren en staf
leden van verscheidene universiteiten en het Rijksinstituut voor Watuurbeheer zitting.
Voor het maken van plannen met betrekking tot de toekomst van de 'buitens' Leyduin,
Vinkenduin en Oud-Woestduin wordt bovendien gebruik gemaakt van de kennis die de in
Vakgroep Tuin- en Landschapsarchitectuur van de Landbouwuniversiteit te Wageningen
aanwezig is. Drie studenten stelden, na een intensief en veelomvattend onderzoek, een rap
port over deze landgoederen samen. Het PWW zal zijn toekomstplannen voor deze 'drie
eenheid' voor een belangrijk deel afstemmen op dit rapport. Plannen voor de korte, middel
lange en lange termijn worden thans uitgewerkt.
Ten laatste
Het duingebied.'Kraansvlak' werd in 1977 door de Provincie aangekocht. In die tijd was de
uitbreiding van de waterwinning in Zuid-Kennemerland nog gekoppeld aan de uitbreiding
van de open duininfiltratie. Zover is het nu nog niet gekomen en de huidige ontwikke
lingen kunnen wellicht de duininfiltratie minder noodzakelijk maken. Toch blijft het
Kraansvlak gesloten voor publiek. Het terrein vormt in deze omgeving het laatste restant
van ongerepte duinen die nog niet door de mens zijn beïnvloed. Mede daardoor zijn ze een
waar toevluchtsoord voor reeën, vleermuizen en veel vogel- en plantesoorten. Om belang
stellenden toch iets van die rijkdom te tonen, worden onder leiding van ervaren en des-
29