10
karnemelk te hebben"
Voor het wassen en strijken van de witte melkpakken was een twee
tal speciale wasmeiden in dienst genomen. Het is duidelijk, dat
het op de boerderij inwonende mannelijke en vrouwelijke, veelal
jeugdige personeel daar niet steeds bijeen woonde in de zin, zoals
die door de Burgerlijke Stand en de Kerk werd gesanctioneerd.
Zo leek dat alles goed te lopen totdat al binnen het jaar bij het
bergvee zich de eerste tekenen van t.b.c. voordeden. Niet bestand
tegen het dampige en nevelige Nederlandse klimaat stierven de
kalveren, die inmiddels geboren waren, al na enkele maanden.
Toen de Heer Borski in 1884 te Cannes was overleden en de uitge
breide Elswoutse bezittingen waren overgegaan in de handen van zijn
oudste zuster Mevrouw J.J. van der V1iet-Borskiwerd wat nog res
teerde van de "Zwitserse." veestapel geliquideerd. Terstond werd
overgegaan op Maas- Rijn- en IJsselvee, in Gelderland aangekocht.
Daarbij werd er nauwlettend op toegezien, dat dit vee, behalve van
een witte kol, witte poten en een witte pluim aan de staart, overi
gens voorzien was van een donkerbruine beharing. Eerst toen Elswout
in 1958 uit particulier bezit geraakte, liet men deze eisen van
fraaie aftekening varen. Het bleef niet bij bruine koeien alleen.
De paarden waren vossen, de varkens hadden bruin/zwart gevlekte
borstels; Jan Vreenegoor, de pluimgraaf, bijgenaamd: de pluim, had
de zorg voor bruine kippen.
Eén der vaste melkknechts was Willem Jansen. Hij had - naar hij mij
eens vertelde - vóór zijn komst op de boerderij van Elswout in
1874 enige jaren met een zevental ezelinnen die hij voor zich uit
dreef, 's morgens vroeg langs de huizen der gegoeden in het Kenau
park en omgeving in Haarlem gelopen. Daar waar een kraamvrouw was
werd halt gehouden. De gewenste hoeveelheid versterkende melk Werd
uitgemolken, waarna Jansen, als steeds gekleed in blauwe kiel, pet
op het hoofd en op witte klompen, met de kleine kudde zijn weg
vervoIgde
Terugblikkend op een periode, waarin vlijt, soberheid en spaarzaam
heid hoog aangeschreven stonden, lijkt het vanuit onze maatschappij
gezien, met haar sterke waardering voor vooral ontspanning, levens
genot en comsumptieve welvaart, misschien wat wonderlijk, dat in
het voorjaar een oud boerengebruik een gevoel van dankbaarheid en