Omstreeks 1500 begon men op de kale vlakten tussen de oude en de
jonge duinen met het droogleggen van de veenlenzen om hiervan wei
land te maken. Doch 's winters joegen de westerstormen het zand
van de jonge duinen weer over de pas ontgonnen graslanden en
raakten deze overstoven. Hoe erg dit was, bewijst een klacht van
de oud-burgemeester van Haarlem, Arent Pieter Deyman uit 1575 over
de minimale opbrengsten van zijn landerijen onder Vogelenzang.
Door het opgestoven land op zijn weilanden konden de koeien en
schapen geen gras meer vinden en leverden daardoor ook geen melk
meer
In de vorige eeuw probeerde men vat op de verstuivingen te krijgen
door de uitvoering van plannen om de duinen te bebossen. De zuid
hollandse geoloog, W. Staring, hield zich bezig met de beplanting
van de duinen met grove den. De eerste pogingen mislukten echter
en wegens gebrek aan geld moesten de proeven zelfs worden stopge
zet. Pas aan het eind van de 19e eeuw heeft de Heide Maatschappij
de oude plannen weer opgevat en in 1899 werd Staatsbosbeheer opge
richt. Deze instelling kreeg als eerste taak de stuifzanden in de
duinen te bedwingen. Hieraan danken we de boswachterij en Noordwijk
en Wassenaar (ruim 2000 ha). In het begin werd alleen naaldhout
aangeplant, "denneakkers" genoemd, maar door ziekten en zoute zee
wind stierven er heel wat van deze bomen.
Tegenwoordig worden deze bossen eveneens voorzien van loofbomen,
zoals eik, populier en esdoorn.
Een andere zorg voor het behoud van de duinen was de strijd tegen
de duinafgravingen. Omstreeks 1700 werden de oude duinen en strand-
wallen afgegraven omdat in de steden Haarlem en Amsterdam grote
vraag was naar zand wegens de stadsuitbreidingen.
Het hoogtepunt van deze afgravingen lag rond 1850. Het afgegraven
zand bracht niet alleen geld op, doch er kwam grond vrij welke
men geestgronden noemde en die uitermate geschikt bleek voor de
teelt van aardappelen en later van bloembollen.
Jammer maar waar, hierdoor zijn grote delen van ons duingebied ver
loren gegaan zonder dat de overheid hiertegen gepaste maatregelen
kon tre f f en
H E T_GE B RU X^K_D E R_DU^N EN^_
De duinen werden door de Graven van Holland ontdekt als recreatie
gebied,waar zij ongestoord konden jagen op het wild in deze con
treien. Hier was zelfs groot wild te vinden zoals de wisent, de
oeros en vele herten. Daar in die tijd de mobiliteit niet groot
was - er liepen geen wegen door het duingebied - vond Graaf Floris
V het heel nuttig om ergens in dit jachtgebied onderkomens te bou
wen en zo ontstonden de jachthuizen Aelbertsberg en Vogelenzang,
waaruit later de dorpen Bloemendaal en Vogelenzang zich ontwikkel
den
In de 15e eeuw woonden er in het duingebied naast de wilddieven en
stropers ook dienaren van de bezitters van het duinterrein, de zo
genaamde duinmeiers. Zij moesten voor hun heren toezicht houden op
de wildstand.
Na het Beleg van Haarlem en de Spaanse overheersing schijnen er in
het duin ook boerderijen gekomen te zijn.
12