DE DUINEN
"In hun land (van de Bataven) dringt de Oceaan met twee tussen
pozen, des daags en des nachts in enorme breedte en met onmete
lijke golven het land binnen, zodat men bij deze eeuwige strijd
in de gang der natuur twijfelt of de bodem tot de aarde dan wel
tot de zee behoort.
Daar leeft een ongelukkig volk op heuvels of liever op hoogten,
die het met eigen hand heeft opgeworpen tot op het, uit ervaring
bekende peil van de hoogste vloed.
Op die hoogten staan hun hutten. Ze lijken op zeevaarders wanneer
de zee het land, overstroomt en op schipbreukelingen als de wate
ren teruggeweken zijn en zij rondom de hutjes de vissen najagen,
die met het water trachten weg te vluchten. Zij kunnen geen vee
houden en zich dus niet met melk voeden gelijk hun buren. Evenmin
lukt het hun wild te vangen, daar heinde en ver de zee elk. struik
gewas heeft weggespoeld. Van riet en biezen maken zij touw, waar
van zij visnetten knopen. Aardkluiten, die zij met de hand uit
steken, laten zij meer in de wind dan in de zon drogen en branden
die om hun eten te koken en hun, door de noordenwind verstijfde
ledematen te warmen."
Eén der eerste geschiedschrijvers over deze streken, de Romein
Plinius, beschreef zo n 2.000 jaar geleden in zijn "Naturalis
Historia" onze streken aldus.
Het is een beschrijving van het leven van onze voorvaderen op
grond, die nog geen vaste grond bleek te zijn; de zee had nog vrij
spel en de strandwa.llen, waarop deze eerste bewoners leefden,
vormden nog geen aaneengesloten duinenrij.
De kustduinen en de oeverbanken langs de rivieren waren toen de
enig bewoonbare plaatsen in West-Nederland. Tussen de prille dui
nen en de meer oostwaarts gelegen, hogere zandgronden, lag een
tientallen kilometers breed moerasgebied.
ONS DUINGEBIED.
Het hollandse duingebied is een onderdeel van het totale duinge
bied, dat zich uitstrekt langs de Noordzee tussen Calais en
Hirthals (Denemarken). Alleen al het hollandse deel vormt een rijk
en uitgestrekt natuurgebied van grote betekenis en vermaardheid
tot ver buiten onze grenzen.
De natuurschrijver Jac. P. Thijsse schrijft over deze duinen in
zijn plaatjesalbum uit de jaren dertig "Waar wij wonen": "Wij heb
ben in de duinen een kostelijk bezit en mijn ideaal blijft altijd,
dat wij, wat er nog van over is, als heerlijk natuurpark van ons
hele volk kunnen behouden."
Aan dit behoud wordt dan momenteel hard gewerkt door diverse in
stanties
Hiertoe behoren het Hoogheemraadschap, Staatsbosbeheer, de Provin
ciale Besturen, de verschillende Waterleidingbedrijven, de Vereni
ging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en diverse
milieuorganisaties. Er is zelfs al een Nota geschreven over het
samenbrengen van alle duingebieden in Noord- en Zuid-Holland in
één Nationaal Park.
7