Onderstaand geven wij als voorpublikatie een deel uit het boekje Binnenduinen en binnenduinrand De binnenduinen, ook wel oude duinen genoemd, zijn zeer gevarieerd. Deels zijn zij bebost, deels bezet met villa's en hun soms grote tuinen. Veelal kan men de geaccidenteerdheid van de duinen nog herkennen. Sommige stukjes liggen dieper, omdat daar het duinzand is afgegraven en vervolgens nog eens slootjes zijn gegraven ten behoeve van de blekerijen. Het water in die slootjes is dikwijls kwelwater en wordt met het bijbehorende kwelmilieu beschreven in de paragraaf 'strandvlakte'. In Overveen ligt zo'n afgegraven stukje tussen de landgoederen Belvedère en Vaart en Duin; in Heemstede ligt zo'n terrein tegen over het Huis te Manpad tussen de landgoederen Mariënheuvel en Hertenduin. Een deel ervan zal binnenkort bebouwd worden. De beboste delen binnenduin bestaan deels uit oude landgoedbossen deels uit soms al even oude stukjes hakhoutal dan niet deel uitmakend van die landgoederen. Hakhout is een oude beheersvorm waarbij periodiek, bijv. elke 10 of 15 jaar, alle stammetjes van de stronk worden gekapt. Het meeste hakhout is sedert de oorlog niet meer gekapt, omdat het product geen economische waarde meer had. Toen het hout met vele staken was doorgeschoten, heeft men op de meeste percelen het aantal staken gereduceerd tot één per stronk. Onderaan die nu sprietige eikebomen ziet men de dikke stronk, waarvan vroeger het hout diverse malen is afgekapt. Daarmee is een bepaald bostype en milieu verloren gegaan. Grotendeels verdwenen zijn o.a. de bijzondere mosbegroeiingen op de vaak grillige stam men. Het is dan ook raadzaam op een aantal plaatsen het hakhout als zodanig in stand te houden en wel bij voorkeur op plaatsen waar ook de cultuurhistorische betekenis van het hakhout van belang is om te bewaren. In de 18de eeuw vormden hakhoutbosjes in de vorm van bosketten namelijk een essentieel onderdeel van de tuinaanleg Een bosket is een bosje, dikwijls van hakhout, omgeven door een haag of door opgaande bomen. In het, bosket lag een netwerk van paadjes of lanen. Het dichte hakhout zorde ervoor dat men al wan delend op het ene paadje, het andere niet kon zien. Doordat men telkens een ander pad kon nemen, leek het terrein groter dan het in werkelijkheid was. De bosketten op Beeckestein bestaan nog wel, maar zijn allang geen hakhout meer. Waar dat echter nog wel het geval is, zoals op Elswout, waar een strook hakhout als windsingel aan de westkant om het park ligt, is het ecologisch en cultuurhis torisch de moeite waard daarvan een deel als zodanig te blijven beheren. De rest, is omgevormd tot opgaand bos. Dit soort opgaand bos kan echter heel saai zijn, indien er niet voldoende stammen zijn gekapt en de overblijvende strijden om het te weinige licht, om zich tot een flinke boom te kunnen ontwikkelen. Een voorbeeld van zo'n bosje is te vinden ten zuiden van Elswout. Dit zijn het soort stakenbosjes die met ecologische maatregelen een veel gevarieerder en spannender aanzien kunnen krijgen en daarmee meer betekenis voor recreatie en natuur. Door op onregelmatige plekken in plaats van egaal over het bosje verspreid openingen te kappen, kunnen sommige bomen zich beter ontwikkelen dan andere, kan er licht op de bodem komen, zodat kruiden en struiken kunnen opschieten, terwijl op andere plaatsen bomen door lichtgebrek dood gaan en hun stammen voedsel bieden aan insekten en spechten. Zo kan al snel na de ingreep een gevarieerde bosstructuur ontstaan. Het aantal vogels en andere dieren dat leeft 14

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1989 | | pagina 15