den Hoogen Duin en Daalschen weg, het bosch van de toekomst, een
nieuwe trek in ons duinlandschap. Reeds zijn die bosschen zoover,
dat ze ook hun eigen grondflora krijgen; ik vind er reeds allerlei
mooie paddestoelen, zelfs aardsterren en prachtexemplaren van de
Breedbladige Wespenorchis of het geheimzinnige Stofzaad.
De wandeling van de Zanderij naar Kraantje Lèk geeft ons ook de
gelegenheid om de duinvogels te hooren. Met luiden schetterzang
schieten telkens de boompiepers omhoog. Nooit zal ik vergeten, hoe
ik eens op een Kerstavond de boomleeuwerik hoorde zingen aan den
voet van de Kamperberg. Op Mei-avonden hooren wij hier tweeerlei
ratelzang: den forschen triller van de Nachtzwaluw en het fijnere
geluidje van den SprinkhaanrietzangerBeide vogels lijken mij in
de laatste jaren minder algemeen dan een jaar of tien geleden.
Wulpenroep weerklinkt hier steeds na Maart en wie geoefende ooren
heeft, kan ook het nachtelijk geschreeuw hooren van de griel*, de
merkwaardige zeldzame steltlooper, die tegenwoordig in de gemeente
Bloemendaal zijn hoofdkwartier heeft en die ook een der aantrek
kelijkheden vormt van het aan tegenstellingen zoo rijke gebied van
de Amsterdamsche Waterleiding.
Ik heb U nu slechts enkele bijzonderheden verteld van een paar
gewone wandelingenWanneer wij langer toefden in het boschgebied of
dieper doordrongen in het duin, zouden wij nog boekdeelen kunnen
vullen over de planten en dieren in onze gemeente en over de merk
waardige avonturen van zand en schelpen. Iedere bladzijde van dat
boek zou een aansporing zijn, om ons Bloemendaalsch natuurschoon te
behouden en te verzorgen.
Eenige jaren geleden heeft het gemeentebestuur van Bloemendaal in
dit opzicht reeds een belangrijken stap gedaan door den aankoop van
het Bloemendaalsche Bosch. Mogelijk herinnert ge U niet eens meer,
in welken toestand dat in de laatste j aren van den wereldoorlog
verkeerde en dat is eigenlijk jammer. Door doelmatige behandeling
is toen ruimte gegeven aan de boomen, die het waard waren en is aan
den bodem nieuw leven geschonken door beplanting met struikgewas.
In enkele jaren is daardoor het aanzien van het bosch geheel veran
derd en in het bijzonder de stukken langs de Mollaan zijn een lust
om te aanschouwen. En de paddestoelen en de vogels, die het oude
bosch gingen verlaten, zijn nu in groote menigte weer terug gekom
en. Een deel van het bosch is verhuurd aan de stichting Planten- en
Vogeltuin**, die pogen zal, om in een kort bestek een overzicht te
geven van de flora van Kennemerlandzooals die door Van Eeden is
beschreven. Ge kunt daar binnenkort van nabij en op uw gemak al de
planten zien, die het wenschelijk maken, dat wij ons inspannen voor
het behoud van het natuurschoon in onze gemeente: al de struiken,
die in den herfst prijken met fraaie vruchten, kardinaalsmuts
voorop, de kamperfoelie, die de vlinders lokt, de snel groeiende
Heggerank, de Aristolochia Clematitis, waarvan Beets gewaagde in
zijn Camera Obscura en die thans nog de Blauwe Trappen siert,
Pirola en Parnassia en de ongelooflijk mooie Tengere Bastaardmuur.
Anag'allis tenella, de Teunisbloem, befaamd door de ontdekkingen van
Hugo de Vries, de zeldzame lipbloemen, AaronskelkenVogelmelk,
wilde hyacinth, al de mooie lenteboden. Er groeit al meer, dan ik
hier kan opsommen en de vijver heeft reeds een belangrijken, guns-
tigen invloed gehad op de vogelwereld van het Bosch zelve.
Deze laatste vogels zijn zeldzaamheden geworden.
Beter bekend als Thijsse's Hof!
14