gratis plaatje. De kosteloze merken waren herkenbaar aan een pons
gaatje van 7 mm.
Het "visitekaartje" moest dus duidelijk zichtbaar aan de fiets van
de betx-effende persoon vastzitten. Om toch voor "vol" aangezien te
worden gebeurde het wel dat men het ponsgaatje groter maakte, de
stuurpen werd uit het stuur verwijderd, het plaatje op de stuurpen
geschoven en vervolgens vast gedraaid, zodat anderen niet konden
zien dat het een kosteloos merk was. Of deze wijze van bevestigen
veel werd toegepast is mij niet bekend. In het belastingjaar 1939-
1940 en het jaar daarop volgend stond echter over de breedte van de
gratis plaatjes KOSTELOOS ingeponst en had bevestigen aan de stuur
pen om het stigma werkloos te zijn, te verbergen geen zin meer.
Het eerste jaar van de rijwielbeslasting kwamen 53.753 personen in
aanmerking voor een kosteloos merk. In het belastingjaar 1938-1939
werden er 457.782 uitgegeven. Een derde categorie voor een kos
teloos rijwielmerk voorzien van een vijfpuntige ster was voor
rijwielen van het personeel van de hier te lande gevestigde gezant
schappen en consulaten. Onder voorwaarde van wederkerigheid indien
in hun eigen land ook rijwielbelasting werd geheven.
Het belasten van rijwielen was dus geen nieuw idee. Al in 1893
besloot de Franse regering een rijwielbelasting in te voeren van 10
francs per jaar. De Fransen gebruikten ongeveer dezelfde merken als
later hier in Nederland werden ingevoerd. Aan de vorm van het
Franse plaatje is duidelijk te zien dat het tot voorbeeld van het
Nederlandse heeft gediend. De Franse rijwielbelasting, waarvoor de
laatste jaren kartonnen vouwkaartjes werden gebruikt, is pas in
1958 opgeheven. België kent nog steeds een rijwielbelasting, waar
voor genummerde en met de naam van de provincie voorziene geëmail
leerde plaatjes worden gebruikt, die aan de vooras van de fiets
worden gemonteerd. Aanvankelijk werd bij het ontwerp van het Neder
landse rijwielbelastingmerk het Belgische tot voorbeeld genomen,
maar daar is toch van afgezien.
Het door de Franse werktuigkundige Ernest
Michaux ca. 1864 geconstrueerd rijwiel.
De kosteloze van een ponsgaatje voorziene plaatjes, in de wandeling
werklozenplaatjes genoemd waren strikt persoonlijk. Vrouw of
schoolgaande kinderen van het gezin kwamen niet in aanmerking voor
een gratis plaatje, wat zo n toch al gedupeerd gezin, dat van de
steun nauwelijks rond kon komen, extra trof. Ze waren niet alleen
arm, de in die tijd veelal kinderrrijke gezinnen werden ook nog
eens in hun bewegingsvrijheid beperkt, omdat er geen geld was voor
een rijwielplaatje. Dat gold niet alleen voor gezinnen waarvan de
kostwinner geen werk had, maar ook voor veel kleine zelfstandigen,
boeren en tuinders, die vaak met vrouw en kinderen ploeterden om
hun bedrijfje in stand te houden. Het kon dan ook niet uitblijven
dat er vooral door jongeren veel zwart gefietst werd. De solidari
teit onder hen was groot, als er controle was werd je meestal
gewaarschuwd
17