Het drinkwater komt uit de pomp. In de dorpskernen staat een
algemene pomp en verder zijn er bij de boerderijen en alleen
staande woningen ook pompen te vinden. Doordat het pompwater
niet altijd even goed is, komen er hieruit vaak ziekten voort.
Bier wordt weinig gedronken, zelfs het verdunde bier is voor
velen nog te duur. Wel zoekt de arbeider zijn heil in goedkope
jenever, slecht van kwaliteit, met alle gevolgen van dien.
Over de woningen is weinig bekend. Gezien de financiële draag
kracht van de meeste arme inwoners, mag niet verwacht worden,
dat de woningen, die vaak door meer dan acht personen bewoond
worden, goed onderhouden kunnen worden.
Alleen de hofsteden en de tot landhuizen verbouwde hofsteden
met de daarbij behorende koetshuizen en andere woningen zien er
goed verzorgd uit.
Straatverlichting bestaat er nog niet. Als het donker wordt,
moet je er dus op uit met een brandende lantaarn, anders is het
struikelen en vallen. De wegen, vooral de lokale paden, zijn
nog mulle zandpaden. Daarom is er ook weinig interlokaal ver
keer. Ieder gehucht of dorp leeft geheel op zichzelf.
Over de bevolkingssamenstelling vinden we interessante gegevens
in de Doop-Trouw-Begrafenis-registers van het Gemeente-archief.
In het jaar 1840 worden er 76 geboorte-aangiften gedaan en wel
van 42 meisjes en 34 jongens. Het aantal geregistreerde huwe
lijken bedraagt 46, waarvan de meeste huwelijken gesloten
worden in de maanden Januari en Februari en op het eind van
het jaar in de maand November. Dit heeft natuurlijk te maken
met de diverse werkzaamheden. In het begin van het jaar is er
weinig werk op de boerderij en in de bloembollenteelt. En tegen
de winter zijn wederom alle werkzaamheden verricht en is er
weer tijd om te trouwen.
In 1840 overlijden er 50 personen, waarvan 19 vrouwen en 31
mannen. Over de leeftijd der overlevenden vinden we in de
overlijdensacten de volgende gegevens:
mannen vrouwen
tot
1 jaar
10
6
van
1-6
j aar
3
4
van
6-12
j aar
3
1
van
21 - 30
j aar
3
1
van
30 - 50
j aar
3
2
van
50 jaar
en ouder
9
31
5
19
Hierbij valt het hoge cijfer van kinderen beneden 1 jaar op.
Dit is waarschijnlijk een gevolg van de armoedige omstandighe
den, waarin de bevolking leefde en zeker van de gebrekkige
medische kennis van doktoren en vroedvrouwen.
Over de omvang van de bevolking in de drie dorpen vinden we in
de Burgerlijke Stand van de Gemeente de volgende gegevens:
Hui zen Inwoners Huisgezinnen
in Bloemendaal 96 587 96
in Overveen 205 1036 173
in Vogelenzang 58 4 3 5 78
2058
Het gemiddeld aantal bewoners per huis is in de dorpen Overveen
en Bloemendaal ongeveer gelijk nl5 tot 6 per woning, doch in
Vogelenzang blijkt dit gemiddelde op 8 personen te liggen. In
6