dagen zoveel mogelijk dingen in veiligheid te brengen. Soms
liet een volwassene zich op een lege kruiwagen terugrijden,
"bij alle ellende toch nog een vrolijke boel!"
"Doch nu was er nog één ding dat ik graag wilde redden en dat
was mijn piano. Maar hoe dat voor elkaar te krijgen? Gelukkig
wist Nol Grootegoed raad. Zijn piano moest ook weg en die van
Balm eveneens. Van den Enden (de kapper) had een takel en zo
is met aller hulp met de grootst mogelijke moeite de piano het
huis uitgesleept. Haast kon zij de erker niet door en uit
angst dat het niet lukken zou, liep ik er maar uit, maar
eindelijk, ja hoor, daar ging het en stond ook de piano op
straat. Toen ze alle drie opgeladen waren ging het stadwaarts-
Nol Grootegoed ging voor één der piano's zitten en spe
lende trokken ze de stad door en hadden natuurlijk veel be
kijks.
Vrijdagavond had Mevrouw Denijs het heel moeilijk... "ik heb
heel alleen afscheid genomen van mijn kamers- ik kon het wel
uitsnikken van verlatenheid! Maar niemand mocht aan mij zien
wat het mij kostte," dus buiten trok ze weer een vrolijk
gezicht
In Roozendaal probeerde men er het beste van te maken.
Denijs kookte voor alle bewoners - ook de families Lindeman en
Bersee waren hier ingekwartierd. 's Avonds werd er pianoge-
speeld en "braaf meegezongen".
Op de fiets kon men eigenlijk niet meer uit omdat de duitsers
deze vorderden, maar ook bakfietsen en bakkerskarren waren
niet veilig. Toch zag mevrouw Denijs kans met hulp van familie
ook na 22 september nog spulletjes uit Bloemendaal te redden.
Intussen werd de toestand steeds nijpender. Te eten had de
familie nog wel wat, maar gas was sinds eind september alleen
nog maar gedurende enkele uren per dag beschikbaar en vanaf 9
oktober werd de gehele electriciteitsvoorziening gestopt. "Hoe
het gaan moet, weet ik niet. We zullen 's avonds bij een
kaarsje moeten zitten, zolang de voorraad strekt. Maar al het
andere wat je daardoor gaat missen, zoals strijken, stofzui
gen, electrisch koken en verwarming, 't is te veel om op te
noemen
Mevrouw is gauw verkouden en ziet tegen dit alles erg op. Het
valt dan ook niet mee; "dat slechte licht werkt vreselijk op
de ogen en men gaat dus maar vroeg naar bed. Maar..wel vier
maal per nacht ben ik wakker en daar je geen licht kunt opste
ken is dat afschuwelijk"Wij zullen eraan moeten wennen...
een troost is het dat er heel wat mensen in de narigheid
zitten". Mismoedig schrijft ze: "Met de oorlog schiet het ook
niets op"...
Zo nu en dan werd men ook nog opgeschrikt door ongewenst duits
bezoek. Nog in Bloemendaal was er een huiszoeking geweest naar
radio's - ze waren er wel, maar werden gelukkig niet gevonden.
In Overveen belde op een avond een stel soldaten aan, dat
onder dwang tegen veel te geringe betaling 7 flessen champagne
meenam. Omdat de heren niet bekend waren, kon de ortskomman-
dant hier zogenaamd niets tegen doen.
Iedere nieuwe maatregel van de bezetters maakte het leven
moeizamer en gevaarlijker: alle herenfietsen moesten worden
ingeleverd. Denijs kreeg gelukkig een "Ausweis" omdat hij bij
de brandweer was. Half november moest "ieder gezin en elke
zelfstandige mannelijke inwoner van de gemeente kleren in
leveren en wel:
11