gewaardeerd. Ook de kleinschaligheid van monumenten draagt bij
tot een grotere "leefbaarheid".
Er zijn echter ook argumenten tegen, waar rekening mee
gehouden dient te worden, zoals de opvatting dat om utili
teitsredenen oude, soms bouwvallige, onderhoudsgevoelige
gebouwen dienen te worden geruimd om plaats te maken voor
functionele nieuwbouw. Daarnaast is er het ook in Bloemendaal
dikwijls gehoorde argument van het particulier eigendom; het
recht van de eigenaar om te doen en te laten wat men wil bij
bewoning of exploitatie van zijn eigendom.
Er zal een voortdurende belangenafweging moeten plaatsvin
den, waarbij wel gepleit moet worden voor behoedzaam omgaan
met monumenten, immers na sloop of vergaande aantasting is er
nauwelijks nog een weg terug.
Belangrijk is dat er sprake is van een actief monumenten
beleid gedragen door een zo groot mogelijk deel van de samen
leving, in de overtuiging dat monumenten en historische struc
turen belangrijk zijn en zorg daarvoor dus vanzelfsprekend.
Het moge duidelijk zijn dat er in dit verband een taak ligt
voor particuliere instellingen, zoals onze stichting, op het
terrein van voorlichting en documentatie.
Uit onderzoeken, verricht door de R.K. Universiteit van
Nijmegen in 1975 en 1985, blijkt dat er onder de Nederlandse
bevolking sprake is van een snelgroeiend "monumentenbesef"In
1985 bleek 61% van de Nederlanders veel of zeer veel waarde te
hechten aan het behoud van de oude gebouwde, historisch ge
groeide omgeving.
Bedreiging van monumenten.
Ons monumentenbezit wordt voortdurend van vele kanten be
dreigd
In de eerste plaats door maatschappelijke veranderingen,
waardoor bijvoorbeeld functieverlies van gebouwen optreedt.
Maar ook grote projecten, als grootschalige winkel-, kantoor-,
en bankgebouwen en de aanleg van verkeerswegen en parkeervoor
zieningen vormen een bedreiging voor de historische bebouwing.
Het wegtrekken van de bevolking uit de binnensteden had leeg
stand van kerken en scholen tot gevolg, de bedrijfsvergroting
en vernieuwing op het platteland met alle daarbij behorende
technische voorzieningen leidden tot sloop of aantasting van
oude boerderijen. Daarnaast is de "tand des tijds" een zeer
reële bedreiging, zure regen, grondverzakkingen, roestvorming,
schimmels en ongedierte dwingen tot grote waakzaamheid en
vergen voortdurend onderhoud of zelfs herstel. Achterstallig
onderhoud kan maar al te gemakkelijk leiden tot het niet-meer-
haalbaar-zijn van een restauratie. Rampen als storm, brand,
watersnood en oorlog vormen natuurlijk eveneens een bedreig
ing, zij het meer incidenteel. Toch zijn er bij de stormramp
van 1953 op de Zeeuwse en ZuidHollandse eilanden 75 rijksmonu
menten geheel verloren gegaan en een veel groter aantal ern
stig beschadigd. Een bijna doorlopend aanwezige bedreiging van
monumenten en historische structuren ligt in het spanningsveld
tussen het ruimtelijk beleid van de overheid en de zorg voor
monumenten. Nieuwbouwprojecten en noodzakelijk geachte ver-
keersdoorbraken en aanleg en verbreding van wegen zijn een
voortdurende zorg voor de voorstanders van het behoud van de
historisch gegroeide omgeving. Aan de ene kant de eisen van
deze tijd, aan de andere kant de onvervangbare waarde van de
monumentale bebouwing. In onze eigen omgeving hoeven we maar
7