tiende-eeuwse Bijlmer bij de Overtoom. Veel sloop met bouwputten. Vooral die
laatste voorliefde van Breitner, de bouwput, komt in zijn werk duidelijk naar vo
ren. Omdat Breitner de jonge kunstschilder Cees Maks op zijn artistieke schreden
begeleidde, bouwde vader Maks, die aannemer was, als dank twee ateliers voor hen
beiden op het Prinseneiland. Samen bezochten zij de bouwwerken die vader Maks
onder handen had. Hier ontstonden de foto's omstreeks 1900 van bouwvakkers,
heistellingen, werkpaarden en slooppanden.
Brutaliteit en onwil
George Hendrik Breitner werd in 1857 te Rotterdam geboren waar zijn vader de
eigenaar van een graanhandel was. Na de lagere school en enkele kantoor jaren ging
hij in 1876 naar de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Zijn ouders hadden
hem al les laten nemen bij Christoffel Neurdenberg. Overzien we Breitners kinder
tekeningen dan hebben die voornamelijk zee- en veldslagen, ruiters, paarden en
soldaten als onderwerp. Vanwege 'brutaliteit en onwil' werd hij van de Academie
verwijderd. Hij werd leerling van Willem Maris, behaalde in 1877 de acte middel
baar onderwijs tekenen en ging les geven in Leiden en op de Academie voor Beel
dende Kunsten te Rotterdam. In 1881 tekende hij militaire manoeuvres te Boxtel en
in 1884 was hij te Parijs. In 1886 brak Breitner voor het eerst door als kunste
naar. Zijn schilderijen van paarden en straatbeelden vonden veel waardering bij het
publiek en de recensenten. 1886 is ook het jaar dat hij naar Amsterdam vertrok. In
de zevenendertig jaar dat Breitner daar zou wonen, zou hij er maar liefst negentien
maal verhuizen, waarvan eenmaal van 5 mei 1903 tot 14 februari 1906 naar Aerden-
hout.
George Hendrik Breitner
12