HET ONTSTAAN VAN BLOEMENDAAL Als de vraag gesteld wordt waarom ons dorp Bloemendaal heet, is er maar een enkeling die het kan vertellen. Voor het antwoord moeten we teruggaan naar het grafelijke Huis Aelbertsberg dat eeuwen geleden achter het meertje van Caprera tegen de hoge duinrug werd ges ticht. Dat is de plek waar de bakermat van het dorp Bloemendaal ligt. In het jaar 1132 komt de eerste melding over het Huis Aelbertsberg tot ons als de woning van de graven van Holland. De naar Aelbertsberg is, zo men zegt, afkomstig van Adelbert, een der metgezellen van de christenprediker Willibrord. Ongeveer 250 jaar later vernemen we dat het meertje van Caprera, ten westen van de Brederodelaan, bij het grafelijke Aelberts berg behoorde en dat zou eeuwenlang zo blijven. Het meertje van Caprera, dat pas na het midden van de vorige eeuw zo werd genoemd, moet in die tijd groter zijn geweest. Het was niet het enige meertje in die omgeving, gelegen op de oude strandvlakte en het drassige veen: ten zuiden lag het (huidige) meer van Duin en Daal en ten noorden bevond zich het Brederodemeer waarvan men nu nog een restant vindt op het terrein van het Provinciaal Ziekenhuis. Deze meertjes werden gevoed door het kwelwater uit de duinen dat vervolgens in Aelbertsberg, de voor malige benaming van Bloemendaal, via beekjes werd afgevoerd naar de Delft. Het Huis te Aelbertsberg was gelegen aan misschien wel de oudste weg in Bloemen daal, de zogenaamde Buyrwech. Deze noord-zuidverbinding liep als een zandweg vanuit het noorden langs het kasteel van de heren van Brederode, waarvan de rui'ne nog overeind staat, langs het Huis te Aelbertsberg zuidwaarts naar het grafelijke Gezicht op het "Huis te Bloemendaal" vanuit het zuidwesten in 1647. Voorheen werd dit "huis te Aelbertsberg" genoemd (R. Roghman, Amsterdams Historisch Museum, inv.nr. 10296). 30

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1991 | | pagina 31