rij in die tijd uitgebreid tot het bleken en wassen van linnen en kleren.
Tegen het midden van de 19e eeuw is de blekerij louter een kleerwasserij.
Deftige families uit de streek - tot in Amsterdam aan toe - brachten één of
enkele malen per jaar over het water hun was naar de wasserij in Overveen.
Maar ook het Burgerweeshuis in Amsterdam was één van de vaste klanten
van de wasserij.
De inrichting en outillage van het pand zoals het er anno 1992 uitziet stamt
uit deze periode. Het oorspronkelijke woonhuis zal deze zomer voor het eerst
ook voor het publiek toegankelijk zijn. In het bedrijfsgedeelte zijn onder meer
te bezichtigen een heetwaterreservoir met oven, een broeiketel voor de 'kook-
was' en grote, gedeeltelijk in de vloer verzonken bakken en kuipen voor
weken en spoelen. De rosmolen werd in beweging gehouden door een paard,
zodat een boven de bakken liggende nokkenas werd aangedreven, die de
stampers in de stampkuipen een op- en neergaande en iets schuddende
beweging gaf. Op deze manier werd het in de stampkuipen aanwezige
wasgoed in warm zeepsop gespoeld.
29
De blekerij in het Openluchtmuseum
Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 1, maart 1992