Hoe komt 't Hemeltje
aan zijn naam?
wêêê^'Wêkêêêêêêëwêêêêêêêêêêêêkêêèèè
Van oudsher werd het pand aangeduid als 'Het
Huis van Brederode' of ook wel als 'Het huis
waar Brederode uithangt'. Dit uithangen slaat
op het bord dat jarenlang aan de gevel hing en
dat nu plat tegen de gevel is bevestigd.
1
De tekst luidt:
Hier, in het huis van Brederode,
reeds eeuwen oud en grijs,
is spijs en drank te vinden
voor een civilen prijs.
De relatie van 'Het huis van Brederode' met de naam 't
Hemeltje blijkt nergens uit. De naam 't Hemeltje moet
later spontaan tot stand zijn gekomen. Drie versies heb ik
kunnen achterhalen.
Welke is de meest waarschijnlijke?
Versie 1
Deze gaat terug op de volgende anekdote: het eenvoudige
volk zat vroeger beneden in de gelagkamer, terwijl de
betere lieden zich boven heten bedienen met spijs en
drank, hetgeen vaak eindigde in snurkpartijen. Als dan aan
de bedienden werd gevraagd waar hun meester was,
wezen zij omhoog, zodat de bovenkamer en later ook de
herberg 't Hemeltje werd genoemd.
Inderdaad een anekdote, want voor zover wij kunnen
nagaan woonde de eigenaar of de uitbater met zijn gezin
boven de gelagkamer. Bovendien staat vast dat het dak van
't Hemeltje eerst in 1960 is beschoten. Pal onder de dak
pannen zal het dus voor de 'betere heden' weinig comfor
tabel toeven zijn geweest.
Versie 2
Een betere naamsverklaring is de volgende: Als er vroeger
reizigers langskwamen (veelal per koets)gingen zij in de
gelagkamer eten en drinken. De koetsiers en ander 'een-
voudigvolk' werd via een houten ladder - buiten tegen de
achterzijde van de herberg geplaatst - naar boven verwe
zen, om aldaar wat te kunnen eten en drinken. Spottend
werd de bovenruimte 't Hemeltje genoemd.
Deze versie wordt gestaafd door de afbeelding op een
schilderijtje, dat jarenlang in 't Hemeltje heeft gehangen.
Op deze primitieve, maar vermoedelijk natuurgetrouwe
prent kon men de achtergevel van de herberg zien (toen
nog zonder aanbouwsels)met de voornoemde ladder
tegen de achtergevel. Helaas is dit schilderijtje door een
vorige eigenaar meegenomen en niet meer te achterhalen.
Versie 3
De meest waarschijnlijke versie van de naamgeving vertel
de ons Cor Smit, broer van Evert Smit, van 1 mei 1929
tot 31 december 1958 uitbater van 't Hemeltje.
Vroeger was er om commerciële redenen op de bovenver
dieping (bij het grote raam in de voorgevel) een klein
kamertje gemaakt met 4a 5 zitplaatsen. Kennelijk waren
er toen al notabelen, die het zich konden veroorloven
overdag een glaasje te drinken. Vooral met mooi weer (de
ramen waren dan helemaal naar buiten opengeslagen) had
men een onbelemmerd uitzicht op het leven buiten en de
aktiviteit in en rond het 'haventje van Rouwens'. In de
kleine gemeenschap die Bloem endaal (dorp) toen was,
kende men elkaar vrij goed. Over en weer werden er
opmerkingen gemaakt. Zo zouden de havenwerkers geroe
pen hebben: "Het bevalt jullie daarboven zeker wel" en
"In de hemel is het vast wel goed toeven". Vanaf die tijd
werd het bovenkamertje 't Hemeltje genoemd. Later kreeg
het hele pand deze naam.
H.A.W.M. Schlatmann
Of, een laatste mogelijkheid: Is 't Hemeltje een overge
nomen veldnaam? In Overveen bestond in de 16e en 17e
eeuw het hemelsduintje. Jammer dat dit niet was gesitu
eerd op de plaats waar nu ons Hemeltje staat. Dan was de
naamgeving in elk geval duidelijk geweest.
R.J. Hein
Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 3, najaar 1992
ii