Wat dronken onze
voorouders?
Toen in de 1 7e eeuw 't Hemeltje zijn deur
opende werd er nog geen koffie of thee
geschonken. Koffie was hier nog niet of nau
welijks bekend, thee wel, maar allebei voor de
gewone man onbetaalbaar.
Aanvankelijk was 't Hemeltje nog geen café. De koffie
boon, sinds ondenkbare tijden in Abessinië geteeld en
gebruikt, werd van daar overgebracht naar Arabië en
onder sultan Soleiman II kwam in 1534 de koffie naar
Konstan tinopel.
Koff ie h u is
In 1624 brachten de Venetianen grote hoeveelheden koffie
naar Europa en in 1645 was de drank reeds algemeen in
Italië in gebruik. In 1671 was in Marseille en een jaar later
in Parijs het eerste koffiehuis verrezen. In 1652 kwam de
koffie in Engeland en in 1670 in Duitsland, vooralsnog
voor de betere kringen. Vandaar de koffiehuizen.
Pas als op Java en in Sumatra koffieplantages worden aan
gelegd, wordt het in ons land een echte volksdrank.
Thee
Thee zal in de 17e eeuw evenmin in 't Hemeltje zijn
geschonken. Weliswaar werd thee door de VOC in 1610
ingevoerd en verbreidde het gebruik zich snel, maar - al
weer - voor de betere kringen. Tot ver in de 18e eeuw
was thee zo duur, dat de thee bewaard werd in met thee-
lood beklede theekistjes met een slotje er op.
Pas aan het einde van de 18e eeuw zijn koffie en thee zo
ingeburgerd, dat alle oud vaderlandse, niet alcoholische
dranken vergeten zijn. Een tijdgenoot klaagt: "Wie drinkt
er nu nog lavas of salie of rosmarijn?"
Bier
In onze herberg 't Hemeltje zal bier geschonken zijn:
brandewijn, al of niet getrokken op vruchten of delen
daarvan als kersen, aardbeien, citroen- en sinaasappelschil
len ofovergehaald (gedistilleerd) over zaden, kruiden en
pitten.
Bier is van oudsher de belangrijkste drank in ons land
geweest. Tacitus beschrijft al dat de Bataven en ook de
Germanen een humus corruptus, een afgrijselijk vocht,
dronken dat gemaakt was van gerst en graan. Heerlijk hel
der zal het in elk geval niet geweest zijn.
Brouwen
Tot in de 18e eeuw werd bier op het platteland zelf
gemaakt, alhoewel in de 16e eeuw al grote bierbrouwerij
en ontstonden. Bier werd gebrouwen in maart en novem
ber, omdat dan het (oppervlakte)water het minst bezwan
gerd was met honingdauw en andere verontreinigende
stoffen. Talloos waren ook de soorten die men dronk:
goed Luiks, goed Loender, goed wit, goed bruin, princes-
sebier enz. Het bier werd bitter gemaakt met hop of
gezoet met drop en zoethout; voor een scherpe smaak
kookte men een paar ossepoten mee.
Talloos waren ook de bierhuizen met een houten vaantje
aan de deur als kenteken. Nu was een vaantje een oude
inhoudsmaat, namelijk 4 mingelen 4,8 liter). Elk bier
huis diende accijns te betalen op een minimum van die
4,8 liter. Voor wie aan de mimimum-omzet niet toe
kwam, had het dus geen zin de negotie voort te zetten en
men 'streek het vaantje'! 'Naar de vaantjes gaan' betekent
dus een doodgewone kroegentocht, waarvan men van te
voren de uitkomst wel kende.
Dat een en ander dus niets met de scheepvaart te maken
heeft blijkt wel uit de Vlaamse uitdrukking 'Je vaan hangt
uit maar 't is nog geen kermis', als iemands slip uit zijn
broek hangt.
Wijn
Het bierverbruik nam af door het verbruik van wijn, dat
tot in de 17e eeuw door de welgestelden werd gedronken,
met uitzondering van de goedkopere Franse en Duitse wij
nen.
Wie tijdens de jaarlijkse kermis wijn verkocht hing als
teken een krans aan de pui. Al snel wisten de wijnliefheb
bers waar een goed wijntje te koop was en zo behoefde
goede wijn geen krans.
Jenever
Ongeveer 80 jaar voor de opening van 't Hemeltje was
een nieuwe 'vaderlandse' drank op de markt gekomen.
16
Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 3, najaar 1992