kerijen nam nog verder af en enkele buitenplaatsen legden eveneens het loodje. Desondanks bleven de buitenplaatsen het Bloemendaalse beeld bepalen. Begin van de moderne tijd Na 1850 kreeg ook Bloemendaal, zij het aarzelend, met een kleine industrialisatie te maken. Er kwamen twee fabrieken met opvallend hoge schoorstenen aan de Korte KI ever laan: de stoomgarenfabriek van Bispinck-Kundert, in 1875 opgericht door de op Sparrenheuvel wonende fami lie Bispinck. Op een gedeelte van hun terrein, (nu het nieuwe appartementencomplex Kleverhof) werd de fabriek gebouwd. Daar tegenover lag een tweede fabriek, de stoomwasserij van Van Dieren Bijvoet. Al sinds de 17de eeuw waren de Bijvoets als garen- en linnenblekers in Bloemendaal gevestigd. Van rust en stilte naar expansie en bedrijvigheid, zo kan men in enkele woorden de veranderingen samenvatten die in Bloemendaal plaatsvonden sedert de eeuwwisseling. Bloemendaal was aan het eind van de 19de eeuw nog een echt landelijk dorp waar rust en natuur de overhand had den. Mede door de buitenplaatsen was het nog een dorp waar het natuurschoon overheerste en waar de paardetram reed. Na 1900 kwam daarin verandering, omdat het landelijke dorp een geliefd oord werd voor renteniers en forenzende zakenlieden uit de grote stad. Deze forenzentrek ging ten koste van een aantal buitenplaatsen. Zij werden door exploitanten opgekocht, de terreinen werden verkaveld en als bouwgrond aan derden doorverkocht. Zo ontstond reeds in 1885 het eerste Bloemendaalse villa park op de gronden van de Buiten Rijp. In het noorden van de gemeente kwam het Duinlustpark tot stand, in 1897-1899 gevolgd door het villapark Duin en Daal. In 1900 werd de grote buitenplaats Hartenlust verkaveld. Er kwamen villa's, midd'enstandswoningen, woon-winkel huizen en een station. Het werd nu ook voor ondernemers interessant zich hier te vestigen. En zo ontstond het Bloemendaals winkelcentrum, waar de bevolking de verworvenheden van de nieuwe tijd kon kopen. Telde de gemeente Bloemendaal in 1900 lechts 5.700 inwoners, tien jaar later was dit aantal gestegen tot bijna 8.000. Maar ook daarna werd in snel tempo verder gebouwd, niet alleen in Bloemendaal, maar ook in Overveen en Aerdenhout en in bescheiden mate ook in Vogelenzang. Het inwonertal steeg navenant. Op 1 januari 1991 telde de gemeente Bloemendaal 17.250 inwoners, waarvan Bloemendaal 5.099, Duinlustpark 1.543, Overveen 3.530, Aerdenhout 4.646 en Vogelenzang 2.432, op een totale oppervlakte van 3.856 ha. W. Post Uit: W. Post, Bloemendaal, de landgoederen: Aelbertsberg, Caprera, Dennenheuvel, Duin en Daal, Huis te Bloemendaal, Klein Wildhoef, Provinciaal, Ziekenhuis, Saxenburg, Schapenduinen, Wildhoef, Zomerzorg e.a.. Dit boek zal eind 1992 bij Schuyt en Co te Haarlem verschijnen. De 'Voorbuurt' in Bloemendaal. Deze buurt liep van de Mollaan tot aan de Potgieterweg. Hier afgebeeld zijn de nummers 96 tot 126 aan westzijde van de Bloemendaalseweg omstreeks 1858. Tekening gemaakt door N. Rouwens. Ons Bloemendaal, 16e jaargang, nummer 3, najaar 1992 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1992 | | pagina 8