3 l iuillniJ -Pi lil omgeving, dus ook de juiste ligging in het plan van de nieuw geprojecteerde weg. Een belangrijke voorwaarde aan de ontwerpen was dat het natuurschoon van het direct daaraan grenzende duinlandschap niet geschaad werd. De plaats waarin het geheel diende te worden gerealiseerd zou dan ook uitermate bepalend zijn voor de uiteindelijke ontwerpen. De bouwlokatie vormde immers het begin van een uitgestrekt natuurgebied. Het terrein waar het nieuwe bestuurscentrum een plaats zou moeten krijgen lag tussen de Zeeweg en een duinkam in en liep grotendeels vanaf de Zeeweg op, zodat een zacht hellend voorplein kon worden gevormd met gunsti ge hoogteligging voor de voornaamste gebouwen. Bovendien waren op het aangrenzende terrein twee voor malige schietbanen gesitueerd, waarvan de oostelijke reeds tot een weg was gemaakt en de tweede schietbaan liep door een ingraving in de duinkam die op het aangewezen bouwterrein uidiep zodat deze voorzag in een mooie doorkijk vanuit het nieuwe centrum op het aansluitende natuurgebied. Motto's Het was dan ook niet verwonderlijk dat de meeste archi tecten zich bij de plaatsing van de gebouwen in het ont werp op het behoud van deze beide natuurlijke elementen lieten bepalen. Wel was het in alle ontwerpen noodzake lijk dat voor de aanleg van het raadhuisplein en de aan grenzende wegen het terrein gedeeltelijk moest worden genivelleerd. Daarnaast werden de architecten bij de uitwerking van het bestemmingsplan voor de naaste omgeving van het raad huiscomplex met twee belangrijke elementen geconfron teerd. Ten eerste het geprojecteerde nieuwe station aan de kruising van de noord-zuid lopende hoofdweg met de spoorlijn en voorts de uitbreiding van de bestaande villa bebouwing op de terreinstrook tussen de noord-zuid lopende hoofdweg en de Lombar Petrilaan, ten noorden van de Zeeweg. Onder verschillende motto's - dit om de anonimiteit van de ontwerpers te garanderen - luisterend naar de namen 'Quint', 'Aria', 'De Watertoren', 'Om den Brink', 'C.C.', '1931' en 'Kennemerland' werden de ontworpen schets- plannen ingezonden. PI e i n wa n d Architect Albert Johan van der Steur (motto CC), bouw kundig ingenieur uit Amsterdam, liet zich bij zijn situatie bepaling van het raadhuis door een aantal overwegingen leiden. Allereerst zijn uitgesproken wens om het raadhuis aan de noordzijde van de Zeeweg te plaatsen. De waterto ren van de Haarlemse waterleiding op het terrein ten zui den van de Zeeweg was immers zeer hinderlijk aanwezig. Het leek Van der Steur onmogelijk om een bevredigende architectonische en stedebouwkundige werking te verkrij gen met de plaatsing van de uiteraard vrij lage gebouwen onder het heersende plompe silhouet van de watertoren. Omdat het uitbreidingsplan ook voorzag in een nieuw te stichten school had Van der Steur deze gepland op dat gedeelte van het terrein dat vanuit de woonwijken kon worden bereikt zonder een grote verkeersweg te passeren. Van der Steur deelde, net als de meeste andere architecten overigens, zijn plan in twee hoofdgroepen uiteen. Allereerst het raadhuis met de beide daarmee in direct verband staande dienstgebouwen, namelijk gemeentewer ken en gemeentebedrijven en ten tweede het politiebureau en de school, die in minder verband met het raadhuis f r - vCDn □□□□□onoGErmnia.; I A Ti-TTT jrr Ir-i-ti l'.--LLidi !»jj W- L - j ij Jj PBO II E3 EH E3 C3E3!D33 13 1=3 H. W. van Kempen, motto De Watertoren. stonden. Als gevolg daarvan waren de drie gebouwen van de gemeente-administratie min of meer in samenhang met elkaar aan de ene pleinwand gegroepeerd en werd de andere pleinwand gevormd door politiebureau en school, met dien verstande dat het politiebureau op het kruispunt der beide hoofdwegen uitzag. Net als nagenoeg alle andere ontwerpen voorzag ook Van der Steurs plan in een dominering van het raadhuis, waar aan de andere gebouwen ondergeschikt waren. Daarom streefde deze architect er ook bewust naar om de architec tuur van de overige gebouwen zo sober mogelijk te hou den. De adviescommissie zag ontwerp CC als een 'mogelijke oplossing'. De punten van kritiek in het juryrapport over dit ontwerp betroffen onder meer de onvoldoende ver- keersoplossing op de kruising van de beide hoofdwegen en de situering van alle gebouwen ten noorden van de Zeeweg. Ons Bloemendaal, 17e jaargang, nummer 2, zomer 1993 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1993 | | pagina 12