Kritisch
In de gemeenteraad was een meerderheid voor de 'trek
naar het Westen'. Een stichting als Ons Bloemendaal om
dergelijke plannen kritisch te bekijken, bestond nog niet.
Van actiegroepen had men nog nooit gehoord. Maar er
waren wel tal van Nederlanders - niet-Bloemendalers! - die
de unieke schoonheid van de nog ongerepte
Kennemerduinen kenden en die op de bres gingen staan
om die duinen te bewaren. In de jaren voor 1930 was er
namelijk al heel wat ongerept duin op de schop gegaan:
voor villabouw in Wassenaar en Scheveningen en ook in
het Bloemendaalse Kweekduin, voor de fabricage van kalk
zandsteen en voor uitbreiding van de sluizen in IJmuiden.
Ook verdroging ten gevolge van de drinkwatervoorziening
werd langzamerhand terdege zichtbaar. Door de bouw van
de Hoogovens was de vermaarde Breesaap tussen
Beverwijk en Wijk aan Zee voorgoed vernield. Men vond
het genoeg.
Protest
In de 'Wandelaar', 'geïllustreerd maandblad, gewijd aan
natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie,
folklore, buitenleven en toerisme onder leiding van Rinke
Tolman' verhieven opposanten hun stem. Rinke Tolman
had meer dan tachtig deskundige medewerkers weten te
verzamelen, zoals Arnold d'Ailly, voorvechter van
Heemschut en later burgemeester van Amsterdam, J.
Drijver en Henri Polak, respectievelijk secretaris en
bestuurslid van 'Natuurmonumenten', de schrijver/dichter
Stijn Streuvels en de in Kennemerland geboren en getogen
vogelkenner Jan P. Stijbos. Merkwaardig genoeg ontbreekt
de Bloemendaler Jac. P. Thijsse in dit rijtje. Misschien vond
hij het niet gepast aan dit protest tegen de gemeeente mee
te doen. In 1925 immers had diezelfde gemeente hem ver
eerd met een stuk van het Bloemendaalse bos, waar de
vogel- en plantentuin 'Thijsse's Hof werd ingericht.
Hartekreten
Najaar 1930 verscheen er in de tweede jaargang van 'De
Wandelaar' een extra nummer onder het motto: 'Waakt
voor Kennemerlands natuurschoon'; 32 pagina's hartekre
ten, protesten en 'adressen' werden erin gepubliceerd.
Vooral de provincie werd op het hart gedrukt niet mee te
werken aan verdere aanslagen op het duin. Men was het
volstrekt eens met elkaar. Een ieder drukte zich op zijn
eigen wijze uit:
De architect C.C. van Beaumont was natuurlijk niet tegen
bouwen in het algemeen, maar dan elders. In het polder
land ten oosten van Haarlem bijvoorbeeld, was volgens
hem nog volop ruimte. Hij was modern; de planologie
was toen een nieuwe wetenschap en Van Beaumont wilde
die kennelijk in de praktijk brengen. Er moest dus "vol
gens een weldoordacht gewestelijk plan" gebouwd wor
den. "Aesthetische afwisseling van hoog- en laagbouw" gaf
"een grootser effect dan aparte woningen met nietige zij
tuintjes". Zelfs de voorgestelde 3 ha. per villa vond hij te
gering om het "natuurschoon te bewaren". Voor slechts
25 woningen zou immers de hele duinstrook worden ver
nield.
BISDOM
van
HAARLEM.
uMc^rï-e^^ uü, cu*—c>Cc-
huzXt. hur <r
Veelzeggend door nietszeggendheid (uit De Wandelaar, 1930).
Prof. Ir J.G. Wattjes, hoogleraar bouwkunde in Delft keek
vooral naar de negatieve gevolgen van de "trek naar bui
ten". "Liefde voor de vrije natuur werd een soort
apenliefde, waaraan de beminde natuur te gronde ging."
De (socialistische) natuurbeschermer Henri Polak was al
nooit zo verrukt geweest over de aanleg van de Zeeweg,
waardoor het duin bedreigd werd door "wandelaarsvanda-
lisme". Nu kwam daarbij nog de drang om geld te verdie
nen aan bouwterreinen en aan belastingen van nieuwe
inwoners door een gemeente die helemaal niet armlastig
was. Het is de "heilige taak" van het gemeentebestuur van
Bloemendaal de "heerlijkheid van de duinen" te "vrijwaren
voor aanslagen van jagers op geld en gewin", zo betoogde
hij. Net als professor Van Baren uit Wageningen vond hij
dat het duingebied toebehoort aan de gemeenschap.
Ook Jan P. Strijbos was nooit een voorstander van de aan
leg van de Zeeweg geweest, al had hij waardering voor de
wijze van uitvoering. Ook vond hij het positief, dat zove-
len nu van het - vroeger verboden - duinterrein konden
16
Ons Bloemendaal, 17e jaargang, nummer 2, zomer 1993