Koetshuis, stal en
koetsierswoning
Kaartenhuizen
In de archieven van waarschijnlijk iedere
gemeente liggen schatten verborgen. Tijdens
een speurtocht in het archief van de
Bloemendaalse bouwdossiers kwam al snel één
zeer exclusieve te voorschijn die een plaats
verdient in dit nummer van Ons Bloemendaal.
Op 18 september 1928 vroeg een in Overveen gevestigde
handelsmaatschappij, de firma Klarenaar, Braun Co., een
bouwvergunning aan voor de bouw van een koetshuis,
stal en koetsierswoning. Als bijlagen werden toegevoegd
de vereiste bouwtekeningen en twee met waterverf inge
kleurde tekeningen van de noord-en westgevel, naar alle
waarschijnlijkheid in de kleuren die de buitengevels zou
den moeten krijgen.
Kaartenhuis
Het plan werd reeds op 26 september afgekeurd. Ook een
ingediend beroep tegen die beslissing werd zeer snel,
namelijk op 15 november 1928, verworpen; het pand
was te dicht bij de zijwaartse scheidingen geprojecteerd.
Het bleef dus een huis op kaarten, een kaartenhuis. Maar
de tekeningen van de gevels en de plattegronden van de
verdiepingen brengen na bijna zeventig jaar ons nog de
dromen, de illusies over van de aanvragers.
Villa voor paarden
De tekeningen van de vier gevels tonen ons een fraaie vil
la, ruim bemeten op een perceel aan de Midden Duin en
Daalseweg tussen villa Karmel en het huis De Eekhoorn.
De architectuur is harmonieus aangepast aan het geacci
denteerde terrein. Raampartijen, robuuste deuren, buiten
trappen, een tuinkamer, balkons en royale erkers. Twee
oprijlanen, kortom alles wat van een representatieve villa
verwacht wordt, is er. Maar de aanvraag vermeldt de
bouw van een koetshuis, stal en koetsierswoning. Eén blik
op de plattegrondtekening verschaft duidelijkheid. Het
gaat hier eigenlijk om een villa voor paarden.
Vanuit de centrale hal kom je in de keuken en de kamer
van de koetsiersfamilie, maar ook in de paardenstal, in de
koetsenkamer en in de haverberging. De grote erker heeft
de functie van tuigkamer.
Op de eerste verdieping stap je direkt vanaf de centrale
overloop in onder meer twee grote kamers voor de hooi-
berging. Via deze hooikamer kun je bij een balkon
komen. Hoe je dat moet doen als in de nazomer en herfst
de wintervoorraad is opgetast is niet geheel duidelijk. Of
eigenlijk wèl: gewoon over het hooi heenkruipen. In deze
kamers zijn evenals in de haverkamer kasten aangebracht.
Functie? En hoe hielden de koetsier en zijn gezin de stal-
geuren en -vliegen uit het woongedeelte? Of leer je daar
mee leven? Na bestudering van de plattegrond wordt ook
de functie van de twee oprijlanen duidelijk. Eén voert naar
dat gedeelte van de villa waar de paarden en de koetsen
'wonen', het andere pad is voor de automobielen die in
het sousterrain worden gesteld. Voorwaar een boeiend
huis met tal van mogelijkheden. Helaas, nooit gereali
seerd, maar zo blijven sprookjes bestaan.
18
Ons Bloemendaal, 17e jaargang, nummer 2, zomer 1993