derheden van deze aankoop nog weinig bekend. Dit leidde
tot de instelling van een commissie van ingezetenen die
naar de betekenis van deze aankoop een onderzoek instel
den. Het besluit tot aankoop van de gronden zou voor de
gemeente immers zeer nadelige financiële gevolgen heb
ben. Het project zou volgens een voorzichtige schatting de
gemeentekas in de eerstvolgende 25 jaar op een schade
post van gemiddeld ongeveer 100.000,- per jaar komen
te staan, zonder kans dit grote verlies ooit in te halen.
Voornoemde commissie riep daarom de hulp van de bur
gerij in en wel door de kiesgerechtigde ingezetenen de
gelegenheid te bieden, hetzij tot het indienen van een ver
klaring van instemming met haar rekest dat zij aan
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland wilden aanbie
den, hetzij tot het indienen van een betuiging van sympa
thie met haar actie. De vrees dat de Zeeweg een gruwelij
ke financiële strop voor de gemeente zou worden was
voelbaar aanwezig. En de enorme financieringskosten die
met de aanleg van de Zeeweg gepaard gingen, dienden
daarom, indien enigszins mogelijk, te worden goedge
maakt.
Verzet
Ook van de zijde van de Nederlandse Natuurhistorische
Vereniging kwam verzet. Zij drong er bij de gemeente
Bloemendaal sterk op aan om althans de duingronden ten
noorden van de Zeeweg van bebouwing uit te sluiten met
het oog op het behoud van natuurschoon en recreatieter
rein.
Maar niet alleen over de vraag öf er gebouwd moest wor
den aan de Zeeweg, maar ook over de wijze waarop was
de nodige onenigheid. Het gemeentebestuur moest zich
volgens de overeenkomst neerleggen bij een vrij dichte
bebouwing maar sommige gemeenteraadsleden zouden
1919: met primitieve middelen werd de Zeeweg - hier vlakbij de
'Kop' - in twee jaar gerealiseerd.
liever langs de Zeeweg grote buitens zien verrijzen, zoals
Koningshof, Duinlust en dergelijke. Voorts zou de bebou
wing zo dienen te worden geregeld, dat de gronden van
Kweekduin af (en niet van de zeereep af) successievelijk in
exploitatie kwamen, waardoor het niet nodig was om zon
der enig nut voor kapitalen aan kabels, buizen en leidin
gen in de grond te stoppen. Dit alles leidde er toe dat op
21 juni 1923 het raadsbesluit van 8 september 1921 tot
aankoop van de gronden weer werd ingetrokken, naar
achteraf bleek tot grote financiële schade van de gemeente.
De belangen van beide partijen waren dan ook niet dezelf
de. Anders dan de gemeente Bloemendaal hadden de Erven
van der Vliet er geen belang bij om de aangrenzende
gronden in exploitatie te brengen. En het was er de
gemeente juist alles aan gelegen om de schuld, door haar
voor de aanleg van de Zeeweg aangegaan, binnen afzien
bare tijd af te lossen en dat ten aanzien van de aan de
Erven van der Vliet te betalen schadeloosstelling een rege
ling getroffen werd. Na de intrekking van bedoeld raads
besluit werd aan de Grondcommissie opgedragen om te
proberen op een nieuwe basis met de Erven van der Vliet
tot overeenstemming te komen, en wel zo, dat exploitatie
van deze gronden langs de Zeeweg verzekerd werd.
Vennootschap
Er werd een concept-overeenkomst opgesteld waarin de
gemeente en de Erven van der Vliet de gronden samen
gingen exploiteren in die zin, dat een vennootschap zou
worden opgericht, waarbij de gemeente de Zeeweg en de
Erven van der Vliet de gronden langs die weg zouden
inbrengen. In deze vennootschap zou men zodoende niet
veel kapitaal behoeven te steken. Maar een onhandige
manoeuvre van B W doorkruiste de onderhandelingen
van de Grondcommissie met de gemachtigden van de
Erven van der Vliet, die. reeds in het stadium verkeerde dat
er een plan kon worden ingediend. B W schreef name-
De feestelijke opening van de Zeeweg op 25 juni 1921.
Ons Bloemendaal, 17e jaargang, nummer 2, zomer 1993
7