Van de redactie
Dit winternummer van Ons Bloemendaal heeft als hoofdthema Weldadigheid - caritas - in Bloemendaal, vooral in vroe
gere tijden. Het is zeker niet toevallig dat we dit onderwerp voor het decembernummer hebben gereserveerd, de maand
bij uitstek om te geven. Waarom eigenlijk? Veel vragen kwamen bovendrijven toen we over dit maatschappelijk ver
schijnsel gingen nadenken. Het lijkt ons een algemeen aanvaard beginsel dat wie veel heeft, aan minder bedeelden
schenkt. Waarom? Waarom geeft men? Hoe geeft men? Wie geven? Hoe ging dat vroeger?
U leest hierover in de volgende artikelen. Natuurlijk, volledig zijn we geenszins. Aan alle kanten kunt u leemten aanwij
zen. Op sommige vragen zal je nooit het laatste antwoord krijgen, onder andere op de vraag: waarom geef je? Maar er
staat wat er staat.
René van der Beid verwoordt in het eerste artikel enkele algemene uitgangspunten over het geefgedrag. Dan richten wij
de blik op Bloemendaal. De diaconale zorg in onze gemeente heeft een geschiedenis die net zo oud is als de stichting
van de Nederlands Hervormde kerk. De diaconale zorg was één van de belangrijkste taken van deze kerk, zoals dat ook
gold voor de roomskatholieke gemeenschap.
Ook de armenzorg heeft een lange geschiedenis. Er was het werk van de armmeesters. Het Fonds bestaat nog steeds.
De Johanniter Orde werkt ook in Bloemendaal; u kunt er over lezen.
Bloemendaal heeft in de loop der eeuwen veel vermogende gemeenteleden gekend. Van enkelen is bekend hoe hun zor
gen zich ook uitstrekten over minder of misschien wel niets vermogenden in onze gemeente. Er is geschreven over de
familie Bispinck, over mejuffrouw C.A. Van Wickevoort Crommelin, over dokter Bakker en er is een artikel over de heer
A. Stoop.
Omstreeks 1850 werd de armenwet in Nederland aangenomen en vanaf toen moest de door de kerken geïnstitutionali
seerde armenzorg langzaam maar zeker passen terug maken. De burgerlijke gemeente, afdeling sociale zaken, ging het
roer overnemen. Gunst werd recht.
Tenslotte een woord over de titel: Weldadigheid (naar Vermogen). Natuurlijk is hier leentjebuur gespeeld. De
Vereeniging 'Weldadigheid naar Vermogen' werd opgericht in 1888 in Haarlem, in de tijd toen ook elders in het land
dergelijke verenigingen werden geboren: in 1880 bijvoorbeeld werd in Amsterdam 'Liefdadigheid naar Vermogen' opge
richt. De woningen van de buitenleden van 'Weldadigheid naar Vermogen' waren te onderkennen doordat op de post
van de voordeur een emaille bordje met de tekst 'Weldadigheid naar Vermogen' was bevestigd. Hier en daar zitten nog
van die bordjes. 'Naar Vermogen' plaatsten we tussen haakjes. Het drukte, lijkt ons, een streven uit. In hoeverre dat stre
ven gerealiseerd werd? Wie weet dat!
Er is zeker een lacune in ons nummer. Er is bijvoorbeeld niet geschreven over ervaringen, reacties van hen aan wie 'wel
daad' werd bewezen. Wellicht zou een dergelijk artikel contouren geven aan wat wel geschreven is?
In dit nummer ook weer enkele plus- en minpunten. U vindt een verslagje over het herplaatsen van een grenspaal in
Aerdenhout, over de Brievenbus van de Vereeniging Weldadigheid naar Vermogen en drie teksten over geplaatste monu
mentenbordjes.
Er is géén rubriek 'reacties', want die waren er niet!
RJH
De redactie wenst u, of u nu gever of ontvanger bent of aan de zijlijn staat, prettige feestdagen toe en een gelukkig,
gezond nieuwjaar.
2
Ons Bloemendaal, 17e jaargang, nummer 4, winter 1993