LAURENS J. SPIEGEL en
SPIEGELENBURG
schap kreeg van een dochter met haar man, die uit
Nederlands-Indië gekomen waren. Op de tachtigste ver
jaardag van Jonkvrouwe Barnaart - op 1 september 1955 -
ontving zij naast haar familie ook vele dorpelingen die
haar geluk kwamen wensen. Haar beide zoons openden
een camping op het landgoed. Door de gunstige ligging
tussen de duinen en het bos, vlakbij zee, raakte de cam
ping zeer in trek. Er werd dan ook een aantal malen uitge
breid en er kwam ook een zwembad bij. Een tegenslag
vormde de zware storm van 1972, die veel schade aan
richtte aan de oude bomen langs de oprijlaan naar het
Huis. Vele bomen sneuvelden toen onder het geweld van
de storm. Thans is er een begin gemaakt met de aanplant
van jonge bomen langs de oprijlaan.
In februari 1974 overleed mevrouw de douairière
H. Barnaart-Timmerman. Jonkheer R. Barnaart, die in een
van de huizen bij het grote Huis woonde, verhuisde na de
dood van zijn moeder naar het grote Huis en woont daar
nu nog.
L. vun Emmerik
Geraadpleegde bronnen:
Drs. L. Albers, Landgoederen van Zuid-Kennemerland.
Artikel over De Vogelenzang in tijdschrift Buiten van
1915.
Artikel over Huis te Vogelenzang in Jaarboek 1926 van
Ver. Haerlem.
Bennebroek, Heemstede, Vogelenzang, 100 jaar in de bollen.
A. van Damme, Buitenplaatsen te Heemstede, Berkenrode en
Bennebroek (1618-1811).
Gemeentearchief Bloemendaal.
Mr. J.W. Groesbeek, Middeleeuwse kastelen in Noord-
Holland.
C. Groskamp, Artikel over Huis te Vogelenzang in Ons
Bloemendaal, no 3 (1983).
Dr. P. Hoekstra, Proeve ener Streekgeschiedenis.
Lektuur over de Wereldjamboree 1937.
A. Nierhoff, Bloemendaal, Lanen en Wegen.
A. Nierhoff, Saxenburg.
Rijksarchief Haarlem.
S.A. Wilson, Beknopte geschiedenis van BLOEMENdaal.
'In Aerdenhout wordt nauwelijks gewerkt!' Dat
klinkt vreemd, maar in wezen is het wel zo.
Aerdenhout dankt zijn ontstaan immers aan
mensen die in Amsterdam (en Haarlem e.o.)
werken en die willen, én kunnen, wonen in het
fraaie, groene en rustige Aerdenhout.
De traditie dat rijke kooplieden uit Amsterdam in het Gooi
en in Kennemerland hun plezierplaatsen, landhuizen of
buitens bouwden ten behoeve van weekend- en vakantie
verblijf begon in de 16e eeuw en dit bleef zo tot het
begin van deze eeuw. Zij die het zich konden veroorloven,
richtten prachtige buitens in, die per rijtuig of trekschuit
te bereiken waren en waar men - omringd door een staf
aan (tijdelijk) personeel, zoals koetsiers, palfreniers,
dientsmeisjes, huisknechten en tuinlieden - incidenteel of
tijdens de zomer verbleef met het gezin en waar men gas
ten ontving.
Voor zover wij hebben kunnen nagaan was Laurens
Janszoon Spiegel, een rijke zeepzieder, de eerste
Amsterdammer die een bescheiden buitenhuisje kocht in
Aerdenhout. Hij noemde zijn hofstede Spiegelenburg. Met
jonkheer Diederick van Nuyssenburg, die vanuit Haarlem
in 1585 zijn Nuyssenburg liet bouwen, was hij een van
de grondleggers van Aerdenhout als villadorp. De twee
'stichters van Aerdenhout' hebben elkaar goed gekend.
Hun grondgebied grensde aan elkaar totdat Diederick van
Nuyssenburg in 1609 naar Sprang-Capelle in Brabant ver
huisde en Laurens Janszoon Spiegel Nuyssenburg kocht.
(Zie Ons Bloemendaal, 9e jaargang, no. 4, 1985, waarin
opgenomen een artikel van 'onze handen' over jonkheer
Diederick van Nuyssenburg, zijn huis en geslacht).
Laurens Janszoon Spiegel
Laurens Janszoon Spiegel werd op 22 maart 1575 te
Amsterdam geboren als zoon van Jan Laurensz Spiegel en
Griete Claesdr Boelens Meerens. Hij stamde uit een beken
de en invloedrijke familie en was zelf ook, zoals men
lezen kan, 'seer rijck en machtig van goede'.
Amsterdam kende hem als schepen en als raad in de
vroedschap; hij is zelfs voorzittend lid geweest. Tevens
was hij hoofd-ingeland van de Beemster en heemraad van
Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 2, zomer 1994
11