De Meerenbergcollectie
Per 1 april 1991 is het Provinciaal Ziekenhuis
Santpoort (PZS) opgegaan in twee nieuwe
organisaties: het Psychiatrisch Ziekenhuis
Amsterdam en de Frederik van Eeden Stichting.
De hieruit voortvloeiende boedelverdeling bracht de bibli
otheek bij de Frederik van Eeden Stichting. Op het histori
sche deel ervan, de Meerenberg collectie, rustte de ver
plichting er een goed onderkomen voor te zoeken, met als
randvoorwaarde het waarborgen van de culturele en histo
rische waarde. Inmiddels heeft dit zijn beslag gevonden en
is er hiervoor, net als voor alle andere voorzieningen van
het voormalig PZS, een Amsterdamse bestemming gevon
den.
Dat in Ons Bloemendaal aandacht geschonken wordt aan
dit verdwenen cultuurgoed, ligt voor de hand indien men
zich realiseert dat de aanduiding 'Santpoort' in de naam
PZS maskeert dat deze instelling nagenoeg geheel binnen
Bloemendaals gemeentegrenzen lag.
De Meerenbergcollectie
De directie van het 'Gesticht Meerenberg' (de naam is in
1918 gewijzigd in 'Provinciaal Ziekenhuis nabij
Santpoort') was al kort na de start in 1849 begonnen een
medische bibliotheek aan te leggen. Men beschikte reeds
over veel documentatiemateriaal over ontwikkelingen in
de ziekenhuispsychiatrie, mede door de tijdens buitenland
se studiereizen (Engeland, Frankrijk, Duitsland) gelegde
contacten. In eerste instantie richtte men zich voornamelijk
op tijdschriften en werken over psychiatrie en aanverwante
vakken, maar in de loop der jaren werd de collectie breder
van opzet. Dat uiteindelijk een collectie tot stand kwam
die nu van historische betekenis is, is vooral te danken aan
prof.dr. G.G.V. Schneevoogt die, behalve zijn schrijftafel
en een aantal fraaie gravures, zijn boekerij aan Meerenberg
legateerde.
Schneevoogt
De uit Haarlem stammende Gustaaf Eduard Voorhelm
Schneevoogt (1814-1871) kende een sterke betrokkenheid
op de psychiatrie. Van zijn 26e tot zijn 48e levensjaar
werkte hij in het Amsterdamse Buitengasthuis (het voor
malige Pesthuis)aanvankelijk als inwonend geneesheer.
Hij hield zich bezig met de dagelijkse zorg voor 400 aan
wezige zieken, krankzinnigen en syfilislijders, maar ook
met de opleiding van medische studenten en de nascho
ling van jonge artsen. Bovendien hield hij er ook nog een
particuliere praktijk op na.
In 1851 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar,
met neuropathologie en psychiatrie als leeropdracht. In
1861 werd hij inspecteur voor de krankzinnigengestichten.
In deze functie was hij opvolger van Schroeder van der
Kolk, van wie hier vermeld kan worden dat hij in het
door de architect Zocher ontwikkelde ontwerp voor
Meerenberg een belangrijke inbreng heeft gehad. In 1867
kreeg Schneevoogt, met behoud van zijn eerdere hoogle-
raarsstatus, een lectoraat in de psychiatrie en neurologie.
Nevenactiviteiten
Aan nevenactiviteiten ontbrak het hem niet. Zo had hij een
werkzaam aandeel bij de oprichting van de Koninklijke
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, een gees
teskind van J.N. Ramaer die zelf voor de ontwikkeling van
de Nederlandse psychiatrie van grote betekenis is geweest.
Behalve dat Schneevoogt in 1874 de eerste voorzitter van
de KNMG werd, had hij zitting in tal van commissies en
besturen. Zo was hij onder meer voorzitter van het
Genootschap tot bevordering der Genees- en Heelkunde,
bestuurslid van de Vereniging voor Ziekenverpleging, en
lid van de eerste redactie van het Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde.
Overigens was Schneevoogt ook buiten medische kring
actief, op literair gebied onder meer als redacteur van De
Gids en vanuit zijn liefde voor de muziek als bestuurslid
van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst.
Dit scala van activiteiten deed geen afbreuk aan zijn werk
in het Buitengasthuis. Het hield hem intensief bezig en hij
zette zich sterk in om verbetering te brengen in de abomi
nabele omstandigheden waaronder krankzinnigen samen
met lijders aan besmettelijke ziekten onder één dak ver
pleegd werden. In dit kader nam hij deel aan 'eene specia
le commissie van voorname geneeskundigen' die in 1842
Gedeputeerde Staten adviseerde over de opzet van een pro
vinciaal krankzinnigengesticht. Een later aanbod om het
directeurschap van Meerenberg te aanvaarden sloeg hij
echter af.
De Meerenbergcollectie
Hoewel de Meerenbergcollectie ook nog een groot aantal
aanschaffingen en schenkingen uit latere jaren omvat,
onder andere in 1883 door de erven van dr. B.H. Everts
(de eerste 'Eerste-geneesheer-directeur')is de kern ervan
in 1877 door Frederik Muller beschreven. Deze catalogus
vermeldt 3.402 publikaties, soms bestaande uit meerdere
banden. Het betreft boeken, verslagen, tijdschriften, etc.
uit met name de tweede helft van de negentiende eeuw al
Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 3, herfst 1994
11