TE Uf *93$
STALHOUDERIJ
CEBR'; OfCER
rol die een object in zijn omgeving speelt. Natuurlijk zijn
de bouwkundige staat en de eventuele gebruiksmogelijk
heden ook van belang bij de uiteindelijke selectie. Bij de
rijksmonumenten komt er nog een belangrijk criterium
bij, dat ook in die nieuwe wet van 1988 gehandhaafd is,
en wel dat van de ouderdom. Een rijksmonument dient
tenminste vijftig jaar oud te zijn.
Duidelijk moge zijn, dat bij de criteria ter beoordeling van
de waarde van een bepaald object niet over 'mooi' of
'lelijk' wordt gesproken, omdat dit een te subjectief en
daardoor onhanteerbaar criterium is. Wij hebben allemaal
geleerd de grote St. Bavo in Haarlem 'mooi' te vinden,
maar hoeveel emoties komen er niet los als bij de toetsing
van een object als de Uitkijktoren op 't Kopje blijkt, dat
het bouwsel aan een groot aantal van de gestelde selectie
criteria voldoet!
De stalhouderij van Böttger aan de Zomerzorgerlaan. Het gebouw, nog
geheel in oorspronkelijke staat, is op de provinciale monumentenlijst inge
schreven (archief gemeente).
banken, uitkijktorens en herinneringsbomen en onder de
gebouwen treffen we ook arbeiderswoningen, stallen en
koetshuizen, oranjerieën, theekoepels, ijskelders, vinken-
huizen en inrijhekken aan. Direct na het verschijnen van
de definitieve lijst in 1933 is het gemeentebestuur van
Bloemendaal overgegaan tot het opstellen van een
gemeentelijke monumentenverordening en een gemeente
lijke monumentenlijst en tot het instellen van een onaf
hankelijke commissie van advies. In de verordening vond
men onder meer bepalingen voor het gebruik van monu
menten en een vergunningenstelsel waardoor er sprake
was van een daadwerkelijke bescherming van
Bloemendaals monumentenbezit.
Gemeentelijk
De selectie van de huidige rijksmonumenten is nog altijd
gebaseerd op de grote inventarisatie die plaatsvond tussen
1903 en 1933 in opdracht van de rijksoverheid. Het ging
hier om 'Nederlandsche Monumenten van Kunst en
Geschiedenis van vóór 1850'. Alleen al in Bloemendaal
leidde dit tot een lijst van over de tweehonderd objecten,
waarop lang niet alleen gebouwen voorkwamen, maar ook
terreinen, vijvers, wegen, grenspalen, gevelstenen, uit
hangborden, luidklokken, windwijzers, gedenktekens en -
Landelijk
Op landelijk niveau duurde het nog tot 1961 voordat de
bescherming van de geselecteerde objecten bij wet gere
geld werd. Deze wet van 1961 werd in 1988 ingrijpend
gewijzigd, waarbij de monumentenzorg werd gedecentra
liseerd onder meer om een grotere betrokkenheid van de
burgers te bewerkstelligen. De gemeenten worden in de
nieuwe wet aangewezen als de spil waar alles om draait in
de monumentenzorg. Zij zijn voor alles het aanspreekpunt
geworden. Voorwaarde is echter wel dat de betrokken
14
Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 3, herfst 1994