In dit verband kan ik het niet laten (toekomstige) eigena ren van monumenten toe te roepen dat het toch fantas tisch is om in een monument te mogen wonen of het te bezitten. Het gaat immers altijd om een bezit met een geschiedenis, een bezit dat een belangrijke rol speelt in de omgeving, van belang is, en daardoor een uitgesproken meerwaarde heeft ook al wordt dat, ja ik weet het, niet altijd (maar wel steeds vaker) in geld uitgedrukt. Financiële gevolgen En daarmee zijn we bij een volgend punt aangeland, ongetwijfeld het meest gevoelige, de financiële kant van de zaak. Wat zijn de financiële gevolgen van de plaatsing van een object op een monumentenlijst? Bij alle rijksmo numenten geldt, dat er subsidie-mogelijkheden zijn bij restauratie, het in oorspronkelijke staat terugbrengen of aanpassen van het object, en soms ook voor het (groot) onderhoud van een monument. Dit alles is ook weer bij wet (rijk) of verordening (provincie en gemeente) gere geld. Als het om rijksmonumenten gaat, is het mogelijk en zogeheten restauratie-hypotheek af te sluiten tegen een lage rente, waarbij via het Nationaal Restauratie Fonds voor-financiering mogelijk is. Onderhoudskosten zijn bovendien fiscaal aftrekbaar. Nadeel is dat de uiteindelijke uitbetaling van de toegekende subsidie soms vrij lang op zich kan laten wachten, hetgeen weer in verband staat met de budgetten die aan gemeentes worden toegekend via ingediende meerjarenplannen. De monumentendienst of - Villa Tetterode aan de Zijlweg, voorbeeld van een kortgeleden als rijksmo nument aangewezen pand (foto J. Slagter). ambtenaar van de gemeente waarin het monument staat, kan en moet de eigenaar in deze ingewikkelde materie met raad en daad steunen. Subsidiebeleid Ook de provincie Noord-Holland kent een uitgebreid sub sidiebeleid voor restauratie van de als provinciale monu menten aangewezen objecten, een subsidie die in het alge meen 30 procent van de totale kosten bedraagt. Sinds kort wordt ook een financiële bijdrage verleend bij alle norma le onderhoudskosten (dus ook schilderwerk!). Uitbetaling hiervan geschiedt aanmerkelijk sneller en 'gemakkelijker' dan bij de rijksmonumenten, omdat het direct van provin cie naar eigenaar gaat. Bovendien kent de provincie Noord-Holland nog het zogenoemde Schilstra-potje voor herstel van monumentwaardige onderdelen van op zichzelf niet beschermde objecten. Ook anderen dan de eigenaren kunnen een beroep op dit potje doen, tenminste wanneer de betrokken eigenaren geen bezwaar aantekenen. Bijvoorbeeld plaatselijke verenigingen of stichtingen kun nen hiermee hun voordeel doen bij bepaalde acties. Bloemendaal De gemeentelijke monumentenverordening van Bloemendaal kent (nog) geen bepalingen van financiële aard in de zin van subsidie-regelingen voor restauratie of 16 Ons Bloemendaal, 18e jaargang, nummer 3, herfst 1994

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1994 | | pagina 18