Direct na de bevrijding kwam het college van B&W in zijn oude samenstelling weer bijeen, burgemeester Den Tex en de wethouders Cassée en Ouwehand. Aan Ouwehands her nieuwde wethouderschap kwam evenwel een abrupt einde. Op 13 juli 194S werd Ouwehand namelijk door de POD, de politieke opsporingsdienst, gearresteerd en opgesloten in de strafgevangenis te Haarlem. Tevens kreeg hij te horen van de commissaris van de koningin, De Vos van Steenwijk, dat hij uitgesloten was van het lidmaatschap van het college van B&W omdat hij 'op grond van zijn houding tijdens de bezetting niet geacht kon worden het vertrouwen van de ingezetenen te hebben.' (5). Zoals dat zo vaak gebeurde na de oorlog, zal men ook hier wat overhaast te werk zijn gegaan. Ouwehand werd geheel gerehabiliteerd. De procu reur-generaal bij het bijzonder gerechtshof te Amsterdam verklaarde d.d. 27 juni 1946 dat Ouwehand onvoorwaarde lijk buiten vervolging werd gesteld, aangezien de verden king ongegrond was gebleken. Welke deze verdenking ook geweest mag zijn, op zijn doen en laten als bestuurder van Bloemendaal kan zij niet van toepassing zijn geweest. De noodraad van Bloemendaal van 25 oktober 1945 - 3 september 1946. Vlnr: W. Noorman, mr. J.C.C.W. Hijszeler, ir. F.M.G. Cochius, Wethouder Adr. Cassée, W. van Waveren, K. Zwitser, O.M. Baron Groeninx van Zoelen, Burgemeester Jhr. mr. C.L.A. den Tex, W.C. Bier, G.H.M. Holt, Wethouder mr. F.P.Th. Rohling, J.P. van Haaster, mevrouw E. van Tienhoven- Ripperda Wierdsma, C. Schulz, Wethouder A. van Geluk, mr. H.W. Vliegen. Opname van 20 december 1945. Cassée En wethouder Cassée? Over hem vernemen we in de kro niek van mevrouw Nierhoff alleen dat hij per 1 april 1943 eervol ontslag kreeg. Op 12 december 1942 meldt burge meester Zigeler aan commissaris Backer, dat het zijns inziens noodzakelijk was ontslag te verlenen aan Cassée, 'wien ik verschillende malen heb gewezen op de noodzake lijkheid tot samenwerking met de NSB. Deze heeft verklaard wel tot samenwerking met zijn medewethouder Keuter bereid te zijn, doch in geen geval en onder geen voorwaar de met den plaatselijken groepsleider Neumann. Van de andere zijde dringt de heer Neumann er bij mij met klem op aan te bevorderen dat de heer Cassée ontslag zal worden verleend. Waar nu wethouder Keuter zich geheel achter de groepsleider plaatst, is samenwerking dus uitgesloten.' (6). In een brief aan Cassée schrijft Zigeler dat hij zich genood zaakt had gezien de vereiste goedkeuring voor ontslag te vragen, 'aangezien U zich bij ons laatste onderhoud niet bereid verklaarde vrijwillig ontslag te nemen als wethou der.' De goedkeuring was inmiddels verkregen en daarom had Zigeler het besluit genomen Cassée met ingang van 1 april e.k. eervol te ontslaan. Burgemeester De positie van de burgemeester in de bezettingsjaren was geheel anders dan voor die tijd. In het college van B&W had de burgemeester toen één stem. In de nieuwe gezagsstruc tuur werd niet meer gestemd. De burgemeester besliste. Hij was het ook die voortaan de wethouders benoemde, dat wil Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1995 | | pagina 29