Burgemeester en mevrouw
Den Tex met hun jongste
dochter op het bordes van
het raadhuis na de plechti
ge ontvangst ter gelegen
heid van de terugkeer van
de burgemeester.
echter tot 30 januari 1945 eer De Gelder zijn werkzaamhe
den aanving. De moeilijkheden waren dit maal van geheel
andere aard. Net als Zigeler, Keuter en Bakker had De Gelder
in Nederlands-Indië carrière gemaakt alvorens in 1930 te
worden benoemd tot directeur van de MTS in Haarlem. In
1934 was hij lid geworden van de NSB. Ook als schoollei
der had De Gelder er geen geheim van gemaakt waar zijn
politieke sympathieën lagen, hetgeen hem meer dan eens in
conflict bracht met zijn leerlingen. In 1942 was hij met
pensioen gegaan. Gebrek aan energie kan men De Gelder
niet verwijten. Als 67-jarige meldde hij zich in 1944 als
chauffeur bij het NSKK, het Nationalsozialistische
Kraftfahrkorps. Pal voor zijn benoeming tot wethouder was
hij bij die organisatie te werk gesteld. Hij had het daar ech
ter maar matig naar de zin, zoals blijkt uit een brief van
hem d.d. 23 oktober aan 'kameraad Burgemeester':
'Onderkomen en voeding zijn uitstekend, maar het werk
bevalt mij allesbehalve en de geest ook niet. Het zijn hoofd
zakelijk jongen menschen van 17-20 jaar die alleen uit den
broode erbij gekomen zijn en van ons idealisme is weinig te
bespeuren.' Hij verzocht Zigeler om een verklaring dat deze
hem nodig had als wethouder. De burgemeester zal hieraan
wel gevolg hebben gegeven. In elk geval berichtte De
Gelder op 7 december, dat hij ontslag uit de dienst gekre
gen had.
Op 30 januari 1945 woonde De Gelder voor de eerste maal
een vergadering bij van het college van B&W. Wat kan hem
ertoe hebben bewogen toen nog deze baan, waaraan weinig
of geen eer meer viel te behalen, te aanvaarden? Zelf heeft
hij na de oorlog verklaard in een brief van 3 maart 1947 aan
de ambtenaar J.F. Cassée, hoofd van de afdeling onderwijs,
dat hij niet werkeloos wilde blijven (11), wat vermoedelijk
wel waar was, en dat hij wilde laten zien dat ook een NSB-
er een humaan chef kon zijn, hetgeen we toch wel met een
korreltje zout moeten nemen. Veeleer lijkt het erop, dat hij
na zijn verzoek aan Zigeler om een onmisbaarheidsverkla
ring ten einde uit de NSKK dienst te kunnen komen, moei
lijk meer terug kon krabbelen.
Vrees
Eindelijk was het college van B&W dus weer compleet, een
college van teleurgestelde mannen, vele illusies armer en
waarschijnlijk ook wel bevangen door vrees voor hetgeen
hen straks te wachten stond. Hoe zouden we anders het
gedrag kunnen verklaren van burgemeester Zigeler, die na
Dolle Dinsdag het portret van Mussert uit zijn werkkamer
liet verwijderen, de NSB vlag bij zijn huis weghaalde en
tenslotte zelfs op 4 april in tegenwoordigheid van de
gemeentebode Musserts beeltenis, alsook die van de Führer
vernietigde, een daad die toen bepaald niet zonder risico
was (12).
Begin januari 1945 kreeg Zigeler een zeer bittere pil te slik
ken. Hij moet het toen als een zeer diepe vernedering heb
ben gevoeld, toen op de ochtend van de 5e januari bij het
Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995
29