Zo maar een Bloemendaler? Over de heer D. Duinker, geboren in 1906, onderwijzer aan de Bornwaterschool in Bloemendaal, aldaar overleden in 1994. Tijdens de Sinterklaas-razzia in 1944 namen de Duitsers in Haarlem en omgeving 1004 mannen gevangen. Ze werden naar het kamp Rees getransporteerd om daar te werken aan geïmproviseerde verdedigingswerken in een laatste poging tot verhindering van de geallieerde opmars. Werkkamp Rees ligt vlak over de Duits-Nederlandse grens op circa tien kilometer van Gendringen in Gelderland. Omdat het kamp officieel een werkkamp was - in feite deed het nauwelijks voor een concentratiekamp onder - was er formeel een mogelijkheid het kamp te bezoeken en een regeling die het zenden van voedsel, medicijnen en kleding toestond. Een snel opgerichte Bloemendaalse hulpgroep stelde zich ten doel de dertig Bloemendaalse dwangarbeiders uit het kamp te halen. Voorzien van voedsel, medicijnen en kleding èn van vervalste Entlassungsscheine ging de hulpgroep, drie man sterk, naar het kamp. Van dit bezoek is later een verslag uitgebracht aan de gemeente. Wij citeren daaruit: 'Toen wij de barak betraden, was het juist 6 weken nadat de razzia had plaatsgevonden. De eerste ontmoeting gold de Sanitater van de barak, die de schrijver dezes tegemoet trad met de uitroep: "Mijnheer, wat doet U hier?". Aangezien hij op het lijstje stond om naar huis te keren, kon ik hem niets anders antwoorden dan: "U halen." "Dat gaat niet," was het wederwoord van onze vriend Duinker. "Ik kan hier nog zoveel voor de mensen doen. Iedere dag sluit ik 5 tot 7 mensen de ogen, maak aanteke ningen voor de familie. Mijnheer, ik ga niet mee." Troost Al deze aantekeningen zijn later door hem aan de achterge bleven familieleden toegezonden en in verschillende geval len de trouwring. Grotere zelfopoffering was niet denkbaar. Aangezien er, wat de verbandmiddelen en andere beno digdheden betrof, steeds een groot tekort in het Lager en de ziekenbarakken was, en er een aantal zieke Nederlanders naar het vaderland kon worden getransporteerd, verkreeg 'Dr.' Duinker een marsbevel en hierdoor de gelegenheid de vaderlandse bodem weer te betreden. Na aflevering van de zieken in het noodhospitaal in Gendringen is hij per fiets en Wehrmachtstrein westwaarts gekomen. Na regeling van zijn zaken keerde hij per rijwiel terug teneinde zijn medeslacht offers in de ziekenbarakken weder ter zijde te kunnen staan, natuurlijk niet wetende aan welke gevaren hij daar nog het hoofd zou moeten bieden. De taak, troost en verlichting te brengen aan hen die van dit leven gingen scheiden, was de drijfveer voor het terugkeren van onze vriend Duinker.' R.J. Hein Over scholen, scholieren en schoolmeesters De gemeente Bloemendaal kende in de jaren dertig een grote verscheidenheid aan scholen: een stuk of vijf openbare, een stuk of vijftien bijzondere. De bijzondere scholen waren gro tendeels van protestants-christelijke en rooms- katholieke signatuur. Vrijwel al deze scholen bestaan nu nog steeds. De bijzondere scholen werden door liet rijk op gelijke voet met de openbare scholen gesubsidieerd. Dit bracht uiteraard veel extra kosten met zich mee. Kritiek op dit systeem was dan ook nooit van de lucht. Voor de Duitse bezetter was deze versnippering van het Nederlandse onderwijs een gruwel. Hun ideaal was immers de ene, gelijkvormige staatsschool. 'Zoveel hoofden, zoveel zinnen', was een frase die in het vocabulaire der nazi's niet voorkwam. Dat het bijzonder onderwijs in Nederland op den duur zou moeten verdwijnen, daarover bestond in de kringen van de nieuwe machthebbers weinig verschil van mening. Alleen over het tempo waarin dit moest gebeuren, was men het niet altijd eens. De secretaris-generaal van het nieuwe Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kuituurbescherming prof.dr. van Dam, geenszins de her senloze schertsfiguur die zijn bijnaam 'Jan Pudding' sugge reerde, was geen voorstander van een al te snel van stapel lopen, uit vrees voor de enorme onrust die hiervan het gevolg zou zijn. 36 Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1995 | | pagina 38